443 batterijen en gedetacheerde sectiën, benevens de uitrustingen van alle affuiten en voertuigen. Dat ieder artillerieofficier in het bezit daarvan moet zijn, zal wel weinig tegenspraak ondervinden. Wel is waar zijn achter de hoofdstukken VI en XIII uitrusting- staten voor ateliers opgenomen, terwijl achter hoofdstuk X de uit rustingen der bespanningen zijn vermeld, doch dit is nog niet vol doende. Tot nu toe moéten de officieren, met eenig materieel beheer belast, alle gegevens betreffende uitrustingen putten uit geschreven uitrustingstaten, die in de archieven van hunne korpsen of magazijnen voorkomen. Bovendien is het nu zeer lastig voor een officier om zich op de hoogte te stellen van de uitrusting van eenig ander onderdeel van zijn wapen. Indien b. v. een officier van een gedetacheerde berg- batterij de uitrusting der veldbatterijen wil bestudeeren, dan mist hij daartoe alle gegevens, en zou hij genoodzaakt zijn aan een collega der veldbatterijen gegevens te verzoeken, die ze dan alweder uit het archief van zijn korps zou moeten putten. In de bepaling dat voor de bijvoegsels van den I. I., welke aan 's Landsdrukkerij worden aangevraagd, betaald moet worden, ligt wel iets onbillijks. De I. I. wordt daardoor een zeer duur werk, en daar er steeds nieuwe bijvoegsels uitkomen, zoo zal het ten laatste een zeer groote uitgave worden voor een pas aangesteld officier om zich den I. I. aan te schaffen. Mij dunkt dat het best doenlijk zou zijn om te bepalen, dat de bijvoegsels (ik bedoel de vroeger verschenene) kosteloos, doch ook slechts éénmaal, aan belanghebbenden worden verstrekt. Indien dan een officier pas in Indië is aangekomen, betaalt hij slechts den prijs der hoofdstukken van den I. I., en niet dien der bijvoegsels. Insgelijks ontvangt dan een officier, die om eenige reden uit de sterkte van het wapen is geweest, bij terugkomst, de inmiddels verschenen bijvoegsels gratis. (1) Toorts is het zeer onbillijk om de bijvoegsels steeds op denzelfden prijs te houden. Er zijn enkele bijvoegsels waarvan nog geen vierde gedeelte bruikbaar is, en die dus voor de rest als scheurpapier kunnen (1) Wil men dan om de een of andere reden voor de tweede maal eenig bijvoegsel ontvangen, dan is er niets onbillijks in gelegen dat men er voor betaalt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 454