447
8°. uit de burgermaatschappij, met of zonder examen.
Eenige dier wijzen van aanvulling zullen, hopen wij, voor goed tot
de geschiedenis behooren.
Behalve dat is echter toch meer eenvormigheid in het verkrijgen
van den officiersrang bij het Indische leger zeer gewenscht.
In het belang van het leger zoude m. i. de aanvulling van het
Indische officierskorps, behalve door hen, die hunne opleiding aan
de koninklijke militaire academie ontvangen, zooveel mogelijk uit het
Indische leger moeten plaats hebben.
Volgens de formatie kan het aantal élèves op de militaire school
en op de voorbereidende cursussen 140 bedragenhet aantal plaatsen
voor de militaire school wordt jaarlijks door den commandant van
het leger bepaald. De duur van den studietijd op de voorbe
reidende cursussen en op de militaire school bedraagt voor elke
inrichting twee jaren, zoodat bij eene geregelde aanvulling van het
aantal ontbrekende élèves, jaarlijks 30 tot officier bevorderd
kunnen worden, zonder nog hen te rekenen, die in korter tijd het
examen afleggen.
De militaire school te Meester-Cornelis en de voorbereidene cur
sussen verkeeren echter tegenwoordig niet in een toestand, dat jaar
lijks een dergelijk contingent officier kan worden. Zelfs bedraagt het
aantal élèves aan de militaire school in de beide studiejaren thans
nog geen dertig te zamen. Dit is volstrekt niet te wijten aan de
inrichting, noch aan gebrek aan adspiranten, maar alleen aan onver
schilligheid voor de belangen van het Nederlandsch-Indische leger.
Stelselmatig schijnt men het aantal élèves te willen inkrimpen,
blijkbaar uit de groote gelegenheid, welke men in Nederland open
stelt, om uit het leger aldaar tot officier bij het Indische leger
bevorderd te worden en het gering aantal plaatsen, dat in Indië
voor adspirant-officieren (1) is vastgesteld.
Vermeerdert men in Indië het aantal plaatsen voor adspirant-officier
(de beide laatste jaren bedroeg dat 8 en 6, en het aantal adspiranten
daarvoor het drievoudige), dan ben ik overtuigd, dat het getal ad-
(1) Volgens de thans bestaande bepalingen mogen er slechts 30 adspirant-officieren
bij het geheele leger zijn.