456
Wij gaan nu over tot de beschrijving van het te Atjeh gebruikte
instrument.
Samenstellende deelen van het instrument.
I. De Heliograaf. (zie figuur I.)
De heliograaf bestaat uit een vlakken cirkelvormigen spiegel van
13 c. M. diameter, waarin om het middelpunt eene kleine cirkel
vormige ruimte niet verzilverd is, zoodat men door den achterwand
van de metalen lijst, waarin deze spiegel bevestigd is, en alwaar
zich in het midden eveneens een ronde opening A bevindt, door den
spiegel heen kan zien.
In de punten bb rust de spiegel op de beide gebogen metalen
stangen BB, die op hare beurt steunen op het cylindervormig voet
stuk C.
Dit voetstuk is verbonden met den inwendig met een schroefdraad
voorzienen cylinder D, waarmede dit instrument op den kop van den
drievoet moet geschroefd worden.
De verbinding der beide cylinders C en D is echter van dien
aard, dat door middel van de schroef E aan den cylinder C en
daarmede aan de heliograaf eene langzaam draaiende beweging om
zijne vertikale as kan gegeven worden.
Door draaiing van het rondsel F, dat aan den schroefbout f be
vestigd is, wordt de dubbelstang Or langzaam op- en neerwaarts, en
daarmede de spiegel om zijne horizontale as bb bewogen.
De horizontale as van den spiegel bevat tevens diens middel
punt, terwijl dit middelpunt ook ligt in de vertikaal op het
midden van het platte vlak van den cylinder C, zoodat bij
de bewegingen van den spiegel, veroorzaakt door het draaien
van de rondsels E en F, dit punt steeds op dezelfde plaats
blijft.
De dwarsstang H is bestemd om, indien het instrument sein-
vaardig is, den spiegel achterover te kunnen drukken en daardoor
het afstandsstation, zoolang als noodig is, aan het weerkaatste zonlicht
te onttrekken.
Door deze drukking zinkt het einde van schroef bout f, dat beneden