460
De heliograaf wordt op de schroef van den drievoet vastge
draaid,
d. De drievoet wordt zoo noodig juist boven het bepaalde punt
zoodanig geplaatst, dat de spiegel front maakt naar het afstandssta
tion en de pooten stevig kunnen blijven staan.
e. Men plaatst het vóórvizier in het daartoe bestemde gat in de
stang tot vóórvizier, en draait het klemschroefje zoover aan, dat het
vóórvizier zonder moeite van stand kan worden veranderd.
f. Men richt door het midden van het achtervlak des spiegels,
over het kruispunt der draden in het vóórvizier naar het afstandssta
tion. Het midden van de spiegelopening, het kruispunt der draden
en het afstandsstation moeten elkander zeer juist bedekken.
Daarna schroeit men de stang tot vóórvizier met schroef C (fig II)
vast tegen den cylinder D (fig. I) van de heliograaf, en verzekert
den stand van het vóórvizier door klemming van schroef D. (fig. II.)
g. Men wendt het bovengedeelte van het vóórvizier met de zijde
waarop het cirkeltje is gegroefd, naar zich toe.
Op dit cirkeltje moet het schaduwbeeldje van het onverfoelied
middelste gedeelte des spiegels worden afgeteekend, en bij het seinen
zeer juist daarop gericht blijven.
h. Dit schaduwbeeldje wordt, door de terugkaatsing van het
zonlicht op het vóórvizier ter plaatse van het cirkeltje afgeteekend,
door den spiegel met behulp der beide schroeven, daartoe dienstig,
zoodanig te wenden om de snijding van de horizontale en vertikale
as, dat het punt van in- en uitval der zonnestralen juist in het
middelpunt (zijnde de snijding van horizontale en vertikale as) van
den spiegel wordt gebracht.
Immers dit middelpunt des spiegels en het middelpunt van het
cirkeltje op het vóórvizier (zijnde de projectie van het kruis
punt der draden) en het afstandsstation, liggen in dezelfde
rechte lijn.
Brengt men nu het midden der teruggekaatste zonnestralen
in deze lijn, hetgeen men doet door het richten van dat scha
duwbeeldje op het cirkeltje van het vóórvizier, dan heeft men
de zon in hetzelfde vlak gebracht van de richtingslijn, en aldus