469
Het pakje touw moet bestaan uit: le één stuk ter dikte van eene
dunne pink, lang 1,2 a 2 Meter, aan beide einden stevig omwonden
of geknoopt, zoodanig dat dit sterk gespannen kan worden; en 2e twee
andere stukken ter dikte van een ontlaadstok, lang 8 a 5 Meter,
waarvan eveneens de uiteinden versterkt zijn door omwinding als
anderszins. Het haakje is voorgesteld in fig. Illhet moet voorzien
zijn van een gat tot doorlaten van een touwtje, om het verliezen te
voorkomen. Het pakje touw met het haakje wegen te zamen 0,1 Kg.
Ieder man kan zich nu reeds eene beschutting vormen, die onder
iedere helling kan worden opgezet.
Daartoe steekt hij slechts het dikke touw door de gaten in één
der smalle zijden van zijne sprei, bevestigt, ter hoogte van 2 a 3
M. boven den grond, de einden aan een boomtak of stam en haalt
met de dunne touwen, die door de gaten, welke zich op de lange
zijden bevinden, gestoken en eerst aan het dikke touw bevestigd zijn,
de sprei in eenige richting naar zich toe en slaat de losse einden
om in den grond geplaatste takjes of piketjes. (fig. II)
Twee spreien gebruikende, kan men eene breede beschutting maken
of wel eene, die aan twee zijden beschut.
De breede beschutting wordt verkregen door van twee spreien de
gaten van twee der lange zijden op elkaar te leggen, daardoor een
dun touw te halen, vervolgens twee andere dunne touwen door de
gaten der enkele lange zijden te steken en de uiteinden te bevestigen
aan het dikke touw, dat door de gaten der smalle zijden gestoken wordt.
Is één dik touw niet voldoende, dan wordt het tweede beschikbare
dikke touw, met den ijzeren haak, aan het eerste bevestigd (fig. Ill)
en daarna allés aan boornen of takken vastgemaakt, evenals vroeger
met één sprei is geschied, (fig. IY)
Om eene beschutting te maken, die aan twee zijden beschut, legt men
twee spreien met twee der smalle zijden tegen elkander, haalt door
de aldus op elkaar komende gaten een dik touw, bevestigt daaraan
Om te beletten dat de sprei niet behoorlijk gestrekt is wanneer de touwen om
de takken en piketten zijn geslagen, splitst men die touwen een weinig bij de uiterste
gaten der sprei en steekt in die splitsingen, binnenwaarts het gat. een pinnetje ter
dikte van een potlood.