470
vier dunne touwen, steekt die door de gaten op de lange zijden en
laat alles op de reeds aangegeven wijze aan takken, enz. en piketten
vastmaken, (fig. V)
De wijze, waarop twee spreien aan elkander bevestigd worden, is
ook die, om meerdere te verbinden en zal het nu niet moeielijk zijn,
door het inhaken der dikke touwen eene beschutting te maken van
eenige uitgestrektheid, die eene troepenafdeeling tijdelijk tegen wiud
en weer eenige dekking bezorgt
In plaats van takken, die den dienst van staanders moeten ver
richten, zouden ook gebezigd kunnen worden de bamboezen draag
stokken, waarvan de koelies of dwangarbeiders, die aan iedere colonne
worden toegevoegd, voorzien zijn.
Om evenwel ook hierin op geregelde wijze te voorzien, zouden per
sectie 2 of meer uitschuif bare, bamboezen staanders verstrekt, en zon
der bezwaar door de koelies medegevoerd kunnen worden.
Zulke uitschuifbare staanders moeten ieder bestaan uit drie stuk
ken bamboe, ieder lang 1 M., benevens twee spieën, lang 1,5 a 2 d.
M. en dik 1.5 a 2 c. M.
Geheel uitgeschoven, zouden die staanders toelaten, een touw op
2, 8 M., gedeeltelijk uitgeschoven op 1.9 M. en geheel ingeschoven
op 1 M. boven den grond te houden.
Om het in en uit elkaar schuiven dier stukken bamboe mogelijk
te maken, moeten de 2 onderste ontdaan worden van de geledingen,
terwijl, voor het geheel of gedeeltelijk uitgeschoven houden der af
zonderlijke deelen, een gat, op 1 d. M. afstand van den bovenkant,
De onderste gaten der gestrekte spreien, die op elkander liggen, laten bij zwa-
ren regen eenige druppels door.
Mede is dit het geval op die plaatsen, waar, langs de natte sprei, met de hand
gewreven wordt of wel waar iets opgehangen wordt.
Het doordruppelen zal vooral plaats hebben, als de helling, waaronder de spreien
opgesteld zijn, den afloop van het regenwater niet in de hand werkt. Bij de genomen
proeven stond een tent, uit drie spreien samengesteld, gedurende ruim 5 uren in een
afwisselend zware en minder zware regenbui en bleef ik daar, waar de regen niet in
sloeg, geheel droog. Het regenwater liep langs de spreien en maakte, dewijl de grond
naar binnen helde, het graven van een kielspit of geul noodzakelijk.