37
bij circulaire voorgeschreven, op grond vau de jurisprudentie van
het Hoog Militair Gerechtshof in zake art. 95 C. W. Al deze
en andere overwegingen zijn aan het oordeel van den militairen
strafrechter onderworpen; hij neemt verzachtende omstandigheden aau,
wanneer hem de bevoegdheid daartoe in de wet niet ontnomen is;
de artt. 53 en 54 C. W. zijn niet onduidelijk; alle straften, uit de
militaire wet voortvloeiende, kunnen, wanneer er verzachtende om
standigheden zijn, worden verlicht; neemt men verzachtende omstan
digheden aan, dan moet men beneden het minimum der in art. 95
C. W., laatste gedeelte, bepaalde straf gaan.
Ware het voorstel van den generaal De Neve tot wijziging vau
art. 95 G. W. aangenomen, dan had dit wetsartikel na de inwer
kingtreding van het Koninklijk besluit van 13 October 1882, N°. 26,
geheel anders geluid dan thans; dan zoude in de meeste gevallen
van dienstweigering in tijd van vrede het artikel wellicht zijn kun
nen toegepast worden zonder de hulp van art. 54 C. W. Zooals
art. 95 C. W. thans echter nog luidt, zal die hulp, bij eene ge-
strengere opvatting van laatst aangehaald wetsartikel, vaak niet kun
nen worden ontbeerd. Het is immers reeds gezegd, dat in het nieuwe
strafstelsel van het Crimineel Wetboek voor 5 en meer jareu gevan
genisstraf de vervallenverklaring van den militairen stand en voor
minder dan 5 jaren gevangenisstraf de ontzegging om gedurende een
bepaalden tijd in het leger te dienen, uitgesproken wordt. Deze
straffen blijven zwaar voor dienstweigering in tijd van vrede en zijn
uit een utiliteitsoogpunt schadelijk voor het leger. Zonder gebruik
te maken van de hulp, die art. 54 C. W. aanbiedt, zou, bij de juiste
opvattiug der beteekenis van het laatste gedeelte van art. 95 C. W.,
elke dienstweigering, zelfs in tijd van vrede, den staat een militair
kosten. Te meer moet hierbij het utiliteitsbeginsel niet uit het oog
worden verloren, omdat de dienstweigeraars met de oplegging dier
straffen hun wensch vervuld zien en het leger verlaten, zonder huu
verband uit te dienen. Dat begreep de generaal De Neve en daar
om stelde deze Legercommandant voor, zonder het bovenbedoelde
noodhulpsysteem aan te willen nemen en dus zonder transactie met
de militaire strafwet, art. 95 C. W. zoodanig te wijzigen, waardoor
dienstweigering in tijd van vrede eu andere gelegenheden dan do in