518 Eindbeslissing omtrent de quaestie der repeteergeweren in Amerika. In de jaren 1881 en 1885 zijn bij het Amerikaausche leger uitvoerige proeven genomen met repeteergeweren, in vergelijking met den thans in gebruik zijnden gewonen achterlader, model Springfield. Het officieele rapport van den generaal Benet, chef van het materieel van het bondsleger, aan den staats-secretaris voor Oorlog, gedateerd 15 December 1885, luidt als volgt: „Ik heb de eer U hierbij een tabellarisch overzicht aan te bieden van de resultaten, verkregen met de in beperkten getale aan de troepen tei beproeving uitgereikte repeteergeweren. Deze geweren stelsels Lee, Chaffée-Reece en Hotchkiss zijn in de hiergenoemde volgorde door eene in het jaar 1881 benoemde commissie voor beproeving bij do troepen voor gedragen en volgens aanwijzing van den commandant van het leger, den luitenant-generaal Sheridan, verdeeld. „De beproeving had plaats bij 145 compagnieën. „Van hen, die de nieuwe geweren onderling vergelijkend hebben be droefd, waren 55 rapporten voor het stelsel Lee, 14 voor Chaffee-Reece „en 25 voor Hotchkiss gestemd; het Lee-geweer werd dus het gunstigst beoordeeld. .Van de rapporten, waarin de magazijngeweren met het mo- „delgeweer vergelijkend waren beoordeeld, waren voor het Lee-geweer 5, „voor Chaffee-Reece geen, voor Hotchkiss 1, voor Springfield 21. „Ten opzichte eener vergelijking omtrent geschiktheid voor alle oorlogs doeleinden, waren 10 rapportgn voor het Lee-geweer, 3 voor Chaffee- „Reece, 4 voor Hotchkiss en 46 voor het modelgeweer. „Na aandachtige overweging dezer rapporten, doet het mij genoegen „dat geen der beproefde geweren in stede van het Springfield-geweer zal „worden aangenomen. Ik was en blijf steeds een voorstander van de re peteergeweren, maar ik houd het thans voor geraden, om voorloopig alle „verdere pogingen tot vervaardiging van een nieuw model magazijngeweer „te staken. Het Springfield-geweer voldoet zoozeer aan alle wenscheu van det leger, dat wij veilig den tijd voor verdere volmaking der magazijns- „wapenen kunnen afwachten." Vermoedelijk zal dus het Noord-Amerikaausche leger nog jaren lang het tegenwoordige geweer behouden. De overgelegde rapporten vermel den zoovele meer of minder ernstige beschadigingen en zoovele nadeelen, die de verschillende stelsels aankleven, dat de uitvinders en fabrikanten het bovengenoemd overzicht vermoedelijk met zeer weinig genoegen zul len lezen. Bmt^

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 524