521 500 per maand, de tweede commandant f 312, de subalterne officieren f 6 per dag, de sergeanten der compagnie f 0,90 en de ordonnansen f 0,45 per dag. De maandelijksche soldij voor het Chineesche personeel bedroeg f 80 voor de onderofficieren, f 30 voor de mandoers, f 24 voor de koelies en 78 voor de Chineesche dokters Ieder man ontving dagelijks een ration vivres en twee complete uitrustingen, bestaande in een katoenen baadje en een wijde broekzij liepen blootsvoets. Het baadje was voor en achter gemerkt met het nummer van den persoon en van de compagnie; op den bamboezen hoed, van afgeknot kegelvormige gedaante, waren goed zichtbaar de letters C. C. C. (C mton-Coolie- Corps) aangebracht. Het geheele korps werd gecommandeerd door den majoor Temple (van het 12e regiment Inlandsche infanterie van Madras), bijgestaan door een kapitein. Het werd tijdelijk onder de orders gesteld van den chef van den expeditionnairen intendance-dienst. Aan elk regiment Europeesche infanterie werd, bij het begin der operatiën, eene compagnie koelies toegevoegd, wier sterkte verschilde naar die van het regiment; de overigen werden ingedeeld bij de staven van de divisiën en de brigades, de intendance, den geneeskundigen dienst, de genieparken, enz. Later werd het getal koelies bij elk regiment op 160 teruggebracht, maar 120 lastdieren bijgevoegd. De koelies hadden tot taak bij het ontschepen de reserve-muni tie, het kampements-materieel, de vivres, het hout, water en de reserve-dekens naar het kamp te brengen, verder de zieken en de bagage van de officieren te dragen (ieder officier had 2 koelies tot zijne beschikking). In het kamp zorgden zij voor het vervoer van vivres, hout, water, enz. De diensten, welke zij bij het in- en ontschepen te Hong-kong bewezen, worden zeer geroemd; men prijst hun goeden wil en op gewektheid, zij bespaarden den Engelschen soldaten veel vermoeienis sen en een ooggetuige, Lord Wolseley, verklaart dat één koelie in het algemeen nuttiger was dan drie draagdieren. De draagdieren waren tot dien tijd slechts tot last geweest; er kwam echter een oogenblik dat zij gebruikt konden worden en gedurende negen dagen werkten de koelies en de dieren nacht en dag door, om het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 532