522 zware geschut, de munitie en den noodigen voorraad op te voeren voor den aanval op de forten van Takou. Na een week waren de dieren uitgeput en velen van hen vielen neder, om niet weder op te staan; 3/4 gedeelte was gewond door hunne lasten, de koelies waren echter nog vol lust. Aan gene zijde van Tien-tsin, op den marsch naar Pékin, liep de weg tot Tangchou langs de Peïho en langs dezen waterweg en ver volgens langs het kanaal van Tangchou geschiedde het transport voor het grootste gedeelte met weinig diepgaande jonken; de koelies wer den belast met de overscheping als dit noodig was, hetgeen tot vier malen toe gebeurde. Tot het einde van den veldtocht bewezen de koelies goede diensten, zelfs tijdens de gevechten. De discipline bij het korps was zeer voldoende; desertiën kwamen niet dikwijls voor en bij gelegenheid van een oproertje was het ophangen van een en kelen muiteling voldoende, om de orde te herstellen. De gemiddelde last, door een koelie gedragen, was 22.5 KG.het maximum 27 KG. Deze last werd gewoonlijk in twee gelijke deelen verdeeld en gedragen aan de uiteinden van een bamboe over den schouder, hetgeen de gewone wijze van dragen is bij de Chineezen. Wanneer de last zwaarder was dan 27 KG. werd zij niet verdeeld, maar gedragen door 2 man aan een bamboe over de schouders. Gedurende de laatste periode van den opmarsch maakte men veel gebruik van de Chineesche tweeradige kar, welke met 109 KG. kon worden belast en dan door twee menschen gereden. Op deze wijze legden twee koelies van Tien-tsin naar Pékin étapesgewijze een weg af van 130 kilometer. De Chineesche kar wordt geduwd door een koelie en getrokken door een anderenook kan men er een ezel of muildier voor spannen, als wauneer zij een gewicht van 180 KG. kan vervoeren De Pranschen hadden voor deze tweede Chineesche expeditie, op eene sterkte van 7000 man, te Shangai een koelie-korps geformeerd van 1000 man. Het was als volgt geëncadreerd: een luit.-ter-zee commandant, een adelborst betaalmeester, 5 vaandrigs compagnies commandanten, een adjunct voor den officier-betaalmeester, 5 serg.- majoors bij de compagnieën, 20 kwartiermeesters; bovendien 10 Chi neesche onderofficieren, 10 korporaals en 1000 koelies.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 533