531 Expeditiën tegen de gr ens stammen van Hindostan. In de laatste 20 jaren hebben de Engelschen herhaaldelijk de grensstammen moeten tuchtigen voor hunne invallen op het geanne xeerde gebied of voor hun onwil om met de onderworpen be volking handelsbetrekkingen aan te knoopeu. Deze expeditiën leve ren een merkwaardig overzicht van de verbeteringen, welke langza merhand zijn aangebracht in de organisatie van den transportdienst. Wij zullen ze daarom hier in herinnering brengen. Expeditie naar Bhootan (1864-65). Ten gevolge van eene vruchtelooze zending naar Bhootan, een land gelegen aan den voet van het Himalaja-gebergte, om schadeloos stelling te verkrijgen voor de invallen der inboorlingen op het Britsche grondgebied, besloten de Engelschen tot eene militaire ex peditie, welke eindigde met de annexatie van het lage gedeelte van het land, de Dooars. De expeditionnaire macht werd verdeeld in 4 colonnes, welke alle van de Brahmapoetra als operatiebasis uitgingen en door het land Assam, gelegen aan deze rivier, trokken. Aan het journaal van kapitein Warren, die achtereenvolgens deel uitmaakte van de beide midden-colonnes, ontleenen wij de volgende bijzonderheden (1). De eerste dezer beide colonnes (de rechter) bestond uit 2 halve ba taljons (wings) Inlandsche infanterie, 50 Inlandsche sappeurs, 2 houwit sers van 12 pond en 2 vuurpijlbokken, in het geheel 700 man onder bevel van den kolonel Richardson, die zich eenigen tijd te voren on derscheiden had in eene dergelijke expeditie naar Cossiah. De colonne werd later versterkt met 2 compagnieën Inlandsche infanterie uit Assam, 2 mortieren, 40 kanonniers en 300 ruiters. Het land, dat doorgetrokken moest worden tot den voet van de uitloopers der Himalaja, bestond uit eene met hoog gras bedek te vlakte, welke alleen in den omtrek van enkele dorpen bebouwd was en doorsneden werd door enkele ondiepe rivieren met meestal moerassige oevers, met geïsoleerd staande heuvels, welke dikwijls eene hoogte van 200 a 300 M. hadden. Er waren geene wegen en (1) Proceedings of the Royal Artillery Institution, Deel Y, blz. 116.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 542