534 en 100 als tweede reserve ook door ossen gedragen in kisten, maar niet in zakken gepakt. Iedere kist bevatte 800 patronen en woog 42 KG.; twee mannen konden ze dragen met een touw en een bamboe. Te Chittagong bleven 100 patronen per man in kisten bestemd voor de kameelen. Als transportmiddelen had men koelies en olifantendeze laatsten, ten getale van 170, werden gereserveerd voor de artillerie en hare munitie-uitrustingdoch men moest ze te Chittagong achter laten, totdat de wegen geopend waren. Met het oog op het weinige water, het gebrek aan terrein om te kampeeren, en deu grooten afstand van Pendjab, van waar men de dieren moest laten komen, had men er van afgezien om muildieren te gebruiken. De koelies werden door de intendance geworven, voornamelijk in Pendjab en de noord-westelijke provinciën, en per spoor naar Calcutta geëxpedieerd. De civiele autoriteiten van Nepaul zouden ook een zeker aantal koelies. De koelies werden verdeeld in compagniëen van 100 man, met een sergeant en 4 mandoers die de sectiën commandeerden. Men voegde er ook eeuige onderofficieren van de Inlandsche regimenten aan toe, om de disciplinie te handhaven. De loonen bedroegen 15 per maand voor de sergeanten, f 12,50 voor de mandoers en f 10 voor de koelies. Iedere koelie ontving een deken, een baadje, een paar schoenen, een paar sandalen, zwach tels om de beenen te vrijwaren tegen bloedzuigers, eeu hakbijl, een touw van 3,60 M. lengte en een waterdichte deken voor 4 man. Men gaf hun even als de soldaten een rantsoen, bestaande uit meel of rijst, groenten, boter, zout en rum of thee met suiker, wan neer dit mogelijk was. Van af Chittagong hadden de transporten zooveel mogelijk plaats met stoomschepen, vervolgens met platboomde vaartuigen, kanoos en prauwen. Reserve-koelies, ter plaatse geworven, maakten beschuttingen voor de zieken en bouwden magazijnen, logies, enz.; anderen die dienst deden als prauwvoerders, roeiden de kanoos, maar deze deserteerden dikwijls, want zij vreesden de wraak der Lushaïes. Men stelde de dorpshoofden verantwoordelijk dat zij de koelies

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 545