540
van Palembang komen en verschijnt weder zoodra ze terug zijn in de
wateren van Banka, niettegenstaande voeding enzvolkomen gelijk zijn.
Gevangenissen. Beri-beri uitsluitend te Batavia. De verplaatsing
der lijders op groote schaal naar Buitenzorg vond plaats. Beri-beri
gestichten worden op laatstgenoemde plaats daargesteld; van de 500
aangetasten ter hoofdplaats worden 800 geëvacueerd. Te Banda ein
digt de epidemie.
1871.
Landmacht. Onder het hoofd „Ziekte en sterfte-cijfers" leest men
dat, niettegenstaande de gunstige sterfte-cijfers in het algemeen, toch
de verhouding van het totaal der overleden militairen tot de troe
pensterkte, hooger was dan in 1870. Dit moest hoofdzakelijk worden
geweten aan het op enkele plaatsen ontstaan eener epidemie van beri-
beri, aan welke ziekte vele Inlandsche soldaten bezweken.
Yooral werd zij waargenomen onder de Boegineezen, waarom door
het legerbestuur een streng toezicht op de keuring van nieuw aan-
tewerven manschappen van dien landaard werd aanbevolen.
Oorlogs-marine. Beri-beri kwam weer voor op het station Muntok.
Aan boord van het stoomschip Banka was zij een korten tijd epide
misch. Over het geheele eskader werden aangetast 6 Europeanen, en
206 Inlanders. Gemiddelde sterkte 2483 Europeanen en 831 Inlanders.
Gevangenen
1872.
Landmacht. De beri-beri maakte onder de Inlandsche militairen
weer talrijke slachtoffers, daar er ruim 27 °/0 van de overledenen
van dien landaard aan bezweken. Onder de troepen op expeditie
in het rijk van Deli schijnt de ziekte niet erg geheerscht te hebben,
aangezien alleen wordt gezegd dat de expeditionnaire troepen worden
geteisterd door koortsen en buikziekten.
Oorlogs-marine. Lijders 19 Europeanen en 198 Inlanders. Sterfte
1 Europeaan en 19 Inlanders.
Gevangenen. Geene aanteekeningen.
1873.
Landmacht. Er wordt gezegd dat de beri-beri in 1873 zoo wel
op Java en Madoera als in de buitenbezittingen minder slachtoffers
eischte. De groote sterfte bij de 2e expeditie tegen Atjeh in 1873