541
was voornamelijk toeteschrijven aan de cholera. De bezetting van
Deli leed veel aan koortsen en buikziekten.
Oorlogs-marine. Het aantal beri-berilijders bedroeg 34 Europeanen
en 470 Inlanders, van welke laatsten 15 overleden.
Gevangenen. Greene aanteekeningen.
Burgerlijke geneeskundige dienst. Idem.
1874.
Landmacht G-eene aanteekeningen.
Oorlog s-marine. Beri-beri kwam bij uitzondering vooi.
Gevangenen. Geene aanteekeningen.
1875.
Landmacht. Geene aanteekeningen.
Oorlog s-marine. Beri-beri nog geringer dan in 1874.
Gevangenen. Geene aanteekeningen.
1876.
Landmacht. Er wordt gesproken van koorts, cholera, dyssenterie,
enz. Niet bepaald van beri-beri.
Oorlogs-marine. Gevallen van beri-beri kwamen voor op enkele
schepen buiten de wateren van Atjeh. Tot tegengang der ziekte
onder Inlandsche schepelingen was het noodig eene voeding te ver
schaffen gelijk aan die der Europeesche schepelingen.
Gevangenen. Geene aanteekeningen.
Burgerlijke geneeskundige dienst. Idem.
1877.
Landmacht. Men leest dat in 1877 vooral koortsen en dyssen
terie benevens (in mindere mate) cholera, beri-beri en diarrhée we
der het grootste aantal slachtoffers maakten.
Oorlogs-marine. Ook de beri-beri, welke ziekte vroeger zoo vele
Inlandsche schepelingen wegnam, vertoonde zich weinig. In het ge
heel slechts 14 gevallen. Alle lijders herstelden. Nu de krachtiger
voeding, tot tegengang dier ziekten in den laatsten tijd deu Inland-
schen schepelingen verstrekt, door het nieuwe reglement hun ook
in het vervolg verzekerd zou blijven, was het te verwachten dat men
op de oorlogsschepen al langer hoe minder van beri-beri zou hooren.
Gouvernements-marine Meer klachten dan vroeger omtrent beri-
beri, op de stoomschepen vooral veel lijders.