542
Gevangenen. In den aanvang des jaars eene epidemie te Onrust.
Zij herhaalde zich in den aanvang van 1878 (1) en nam toen in
korten tijd 20 °/0 der veroordeelden weg.
Burgerlijke geneeskundige dienst. Het bestaande beri-beri- gesticht
te Buitenzorg zou worden uitgebouwd. De ziekte vertoonde zich in
grootere mate dan in 1876 te Onrust en onder de dwangarbeiders,
die van Atjeh terugkwamen.
1878.
Landmacht. Beri-beri kwam in 1878 bijna uitsluitend vooronder
de Inlandsche militairen, vooral te Atjeh, terwijl de sterfte onder
deze lieden zeer groot was.
Oorlogs-marine. Beri-beri kwam weder nu en dan voor, doch in
mindere mate dan vroeger, hetgeen werd toegeschreven aan de
verbeterde voeding, die sedert 1 Januari 1878 aan het Inlandsch
gedeelte der bemanning verstrekt werd. Gedurende hot P semester
werden behandeld 20 lijders 2% der sterkte. Overleden 3.—
De zieken waren meest nieuwaangeworvenen, nog niet aan het zee
leven gewend.
Gouvernements-marine. Men wil 't volgende jaar, met het oog op
de beri-beri, het voedingstarief voor Inlanders verbeteren, 't Personeel
had dit jaar meer van de ziekte te lijden dan de bemanning der
oorlogsschepen. Als extra- rantsoen werd tijdelijk verstrekt rooden
wijn en versch vleesch, ook versche groenten.
Gevangenen. Eene krachtige voeding deed de beri-beri- epidemie
te Onrust ophouden.
Burgerlijke geneeskundige dienst. Niet aangeteekend.
1879.
Landmacht. In dit jaar maakten koortsen, dyssenterie, diarrhee
en beri-beri het grootste aantal slachtoffers. De laatste bijna uitslui
tend onder de Inlandsche militairen te Atjeh
Oorlogs-marine. Met de beri-beri ging het in 1879 even gunstig
als in 1878. Van de 24 aangetasten over het P semester 2 o/0
der sterkte, overleden 2.
(1) De verslagen worden ingediend in September van het volgende jaar.