543 Gevangenen. Er werden eerst 200, daarop 300, en vervolgens 400 lijders te Kampong Makassar verpleegd. De verpleging daar ter plaatse zou ophouden na de bijbouwing te Buitenzorg. 1880. Landmacht. Bijna woordelijk als in 't vorige verslag. Oorlogs-marine. Beri-beri en moeraskoortsen kwamen meer voor dan in 1879. De eerste vooral op schepen ter Westkust van Celebes en Nieuw Guinea. In 1879, 89 gevallen met 4,7°/0 dooden. In 1880, 133 gevallen met 5,3 °/0 sterfte, 95 0/o der lijders waren Inlanders, Kon zoo wordt aangeteekend niet aan de voeding liggenwant niettegenstaande de verhoudingen volkomen gelijk ivaren kwam de ziekte op 't eene schip veelop 'f andere weinig voor. Zelfs vuurstokers, meestal met krachtige gestellen en minder aan ziek ten onderhevig, werden aangetast. Gevangenen. Uitbreiding van het beri-beri-gesticht te Buitenzorg kwam tot stand. Verpleging te Kampong Makassar moest nog aanhouden, omdat ook de oude gebouwen te Buitenzorg moesten gerepareerd worden. De verpleging der lijders in 't stadsverband te Batavia leverde zeer slechte uitkomsten op. 1881. Landmacht. Bijna woordelijk als de twee vorige jaren. Oorlog s-mar ine. Beri-beri veelvuldig op de schepen ter Noord- Oostkust van Borneo. Europeanen in 1880 aangetast 4, en 30 in 1881. Gevangenen. Meest voorkomende ziekte beri-beri. Er worden 1307 beri-beri lijders uit 't stadsverband te Batavia geëvacueerd, allen dwangarbeiders. Het getal overledenen in dat gesticht was nog iets grooter. (1) In 't geheel werden daar aan alle ziekten verpleegd 4762 dwangarbeiders. Krankzinnigen gesticht te Batavia Beri-beri zeer sterk. Van de 51 overledenen 31 aan die ziekte. In 1880 was daar de verhouding 18 overledenen van de 24 lijders aan die ziekte. 1882. Landmacht. Bijna woordelijk als 't voorgaande jaar. O or log s-mar ine. Onder de Europeesche schepelingen heerscht de beri-beri minder dan in 1882. Onder de Inlandsche, daar't meest, (1) Hoeveel beri-beri lijders waren onder die overledenen?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 554