552 middel tot genezing of ten minste het voorbehoedmiddel vinden. Waar om geene proeven genomen met eenden en kippen, die volgens Dr. Schneider aan dezelfde ziekte lijden? W at mij betreft, ik meen dat het meest aannemelijk is, dat de oor zaak moet gezocht worden in het te zamen brengen van veel men- schen in de lage kustlanden, in lokalen met een beperkte ruimte, vooial wanneer zij uit steen of planken zijn samengesteld. De Inlandsche soldaten in Engelsch-Indië zijn niet gekazerneerd, maar logeeren familiesgewijze in afzonderlijke woningen, eene soort van militaire kampongs. Waarom kan dat hier te lande niet? Omdat de tucht er te veel onder zoude lijden, daar het zedelijk gehalte onzer soldaten nog niet van dien aard is, dat zoo iets kan worden toegelaten? Maar zou dat zedelijk gehalte niet juist verbeteren, wan neer men den man toeliet zooveel mogelijk te leven als in zijne kam pongs, of liever zouden, wanneer hij buiten dienst wat meer aan zich zeiven werd overgelaten, en daarbij eene meer sierlijke, wat meer met de Inlandsche overeenkomende kleeding werd verstrekt geene personen van een hooger zedelijk gehalte dan thans in dienst tieden? Ik geloof het wel. Men zou daarenboven die kampongs door een muur, eene omheining of eene bamboe-doerie haag kunnen afsluiten. Ware het niet, dat de vrouwen veel minder door beri-beri aangetast worden dan de mannen, ik zou meenen dat langzamerhand alle kazernes besmet zijn. Nu valt dit echter moeilijk aan te nemen. Maai zeker is het dat de ziekte niet licht zal wijken, wanneer geene verandering wordt gebracht in de tegenwoordige wijze van huisves ting. Eu daar men de soldaten, in ergen graad door beri-beri aan getast, afkeurt, den dwangarbeiders gratie verleent, omdat men aan neemt dat het eenige middel van herstel is, terugkeer tot de vroe gere wijze van leven, en daarenboven onder de krankzinniugen te Buitenzorg de ziekte werd tegengegaan, toen zij naar de landbouw kolonie werden overgebracht, meen ik te mogen onderstellen, dat werd op de aangegevene wijze te werk gegaan, verbetering van den tegenwoordigen toestand zou volgen, ten minste op Java en de Buiten bezittingen, want op Atjeh zal men, ten minste op de posten en in de li nie, de tegenwoordige wijze van kazerneering wel moeten blijven volgen. H. A. A. N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 563