556 en het bespotten neemt slechts toe. En als gij dat wilt inzien, verklaart gijhet geheele leger is tegenwoordig even akeligterwijl eene oude kameraad den toestand van voor tien jaren weerom wenscht. Liet men elk uwer de grieven opsommen, die hem bezwaren en kon men die alle in eens opheffen, ik wed dat elk uwer na acht dagen weer nieuwe stof tot pruttelen gevonden had. Gij pruttelt omdat het u geleerd is, en ook omdat gij inderdaad in een ziekelijken toestand leeft, die onaangenaam stemt en de ambitie doodt. Uwe beschouwingen zijn onrechtvaardig, wijl zij, oppervlakkig als zij zijn, gevolgen, uitingen gelden. Uw gemakzucht zoekt niet verder dan oogenblikkelijke opmerkingen, gaat niet dieper dan toevallige in drukken. Zoo gij overtuigd zijt dat er iets hapert, dat dwaling ze geviert, pruttelt niet langer in den wilde, maar protesteert openlijk en ernstig, waar spreken invloed kan hebben. Tracht uw protest dui delijk, krachtig en volledig te maken. Tracht den spijker op den kop te raken. Evenals de ziekte, die ons lichaam en onzen geest aantast en tot elk onderdeel doordringt, haar oorsprong in een dier deelen van lichaam of geest heeft, zoo moet ook de oorzaak van het inderdaad lijdende, innig kranke van ons leger in een zijner physieke of moreele onder- deelen bestreden worden. Dit principe hebben de meesten gehuldigd, die de zaak bestudeerden; elk hunner meende de bron gevonden te hebben en schreef genees middelen voor. Gelijk de geneesheer besluit: „'t is de lever, 't zit ü'm in het hart, de long is aangedaan, 't is koorts, melancholie, ma- „nie, kwamen zij tot de conclusie: „'t zijn de reglementen,'t zit'm „in de formatie, de krijgstucht is aangedaan, 't is de bureaucratie, „desillusie, hypocrisie." De feiten, die zij waarnamen, steunden hunne meening, doch m. i. wezen zij meest allen meer op gevolgen, die op zich zelf bestrijding verdienen, maar den spijker raakten zij niet op den kop. De practijk heeft over de theorieën nog niet beslist. De voor gestelde middelen bleven meerendeels onbeproefd; geen hunner bood ten volle de waarborgen aan, die de voorsteller er in zag. Aan de werkelijkheid getoetst, beloofden zij verbetering ja, doch niet volslagen herstel. Dit was geen reden, om het voorstel te verwer-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 567