- 560 Met uw verlof. Ik geloof dat de hoofdredacteur van de Militaire Gids gelijk had, toen hij in 1883 der fulmineerende pers toeriep: „Als ge u voorstelt, dat de militairen zoo dol op vechten zijn, en „dat nog wel, in een onherbergzaam oord, tegen onbeschaafde vijanden „och dan vergist ge u zeer." Oorlogen, heldenfeiten volvoeren, ziedaar de daadzaak, die de roe ping, welke wij ons als knaap stelden, bevattelijk maakte. Doch ons streven veredelt, of moet althans veredelen tot het begriphand having van het recht van den staat, van de onschendbaarheid van Neerlands vorst, van de belangen des vaderlands, van de eer onzer driekleur. Dus niet meer strijden slechts, de sabel in de vuist, als de nood ten hoogste is. Maar met al wat in ons vermogen is onzen invloed doen gelden, waar wij weten de belangen van vorst, vaderland en volk te dienen. Die invloed kan groot zijn als verstand en zelfvertrouwen tot hun recht komen. Die invloed verdwijnt, wordt wellicht negatief, als wij de tegenwoordige tactiekmopperen zonder te protesteeren, getrouw blijven. In vredestijd zijn wij niet rustend in reserve, maar preventief in actie. Niet slechts ons ambt eischt zoodanige gedaanteverwisseling, die vere deling van het ideaal waaruit de roeping sproot. De knaap, de aan komende jongeling kiest zelden eene loopbaan uit liefde tot de we tenschap, die haar ten grondslag ligt. Hij ziet in den advocaat, in den dokter, in den koopman, in den ingenieur, evenals in den officier den uitvoerder van enkele bezigheden, welke in zijn begrip de be trekking karakteriseeren. Hij stelt zijne keuze, zijn ideaal, zooals het kind droomt koetsier of barbier te zijn. Zoodra hij later tot de ontdekking komt, dat het pleiten van den advocaat, het opereereu van den geneesheer, het rijk worden van den koopman, het bouwen van den ingenieur de vrucht zijn van veel hoofdbrekens en onafge broken arbeid, zal hij zijn vak meer liefde en toewijding toedragen als hij beseft hoeveel hooger een rechtsgeleerde, een medicus, een handelsman, een ingenieur staat dan zijn pleiter, heelmeester, geldteller of bouwmeester; dan echter is hij zijne carrière misgeloopen, als zijn ideaal zich niet naar die ontdekking voegen wil. Zoo is de officier zijne carrière misgeloopen, die niet begrijpt wat hem van den soldaat, den onderofficier onderscheidt. Zoo blijven liefde en toewijding slechts

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 571