565 toepassen, die steeds op den voorgrond moet treden, waar orders, be palingen, voorschriften, reglementen, wetten het leven zien, den regel, dat elk gebod rekening moet houden met het doel, waarmee het on derdeel, elk lid bestaat. De soldaat, ieder man van het kader bestaat met een doel. Daar van moet de chef zich rekenschap geven, daarnaar de oefening, de opleiding regelen. Zoo is het vormen van een jeugdig korporaal tot een goed korporaal, het leggen van den grond voor een goed sergeant een zaak van belang. Daar zijn er gelukkig die dat be grijpen. 't Verheugt mij, hier de gelegenheid te hebben, hulde te brengen aan menig uitstekend chef, dien ik in den korten tijd, welken ik in Indië ben leerde kennen. Vaak wordt het goede beoogd, doch de loopbaan heeft m. i. een verkeerde opvatting van het goede ge geven. Het opleiden van de jonge officieren tot officieren laat te veel te wenschen over. De commandanten moeten dit als een hoofdzaak beschouwen en meestal is het zelfs geen bijzaak, 't Geldt de be velhebbers van de toekomst. Geen actie zonder reactie. De inferieur dient den chef, de chef moet den onderhebbende dienen. Waar dit niet geschiedt, wordt om wenteling voorbereid. Vele chefs zijn helaas! niet meer berekend voor dit gedeelte hunner taak. Onze werkkring draagt alweer de schuld: Zelf aan huu lot overgelaten, toen zij als 2e luitenant in het korps traden, zijn zij te weinig met hun tijd meegegaan om de lei ding aan te durven, of zich op wetenschappelijk gebied met de nieuwbakken kameraden in den kamp te wagen. Zij geven eene schriftelijk in te leveren tactische of administratieve opdracht, die zij thuis nazien en beoordeelen. Zij blijven de chef uit den hooge, dat is gemakkelijker dan van meerderheid te overtuigen. Een stand je duldt geen tegenspraak, eene redeneering kan de plank misslaan. Ongelijk hebben is niets, ongelijk bekennen beneden zijne waardig heid! Bokken schieten is zoo erg niet, erkennen dat het bokken zijn, ondermijnt het prestige! O! eenvoudige zelf verlagingWie meer wil schijnen dan hij is, gevoelt minder te zijn dan hij wezen moet. 1886, Dl. I. 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 576