569 Gelijk bij andere wetenschappen de noodzakelijkheid blijkt, ter wil le der practijk de leeringen der meesters herhaaldelijk meer na te gaan, zoo moeten ook ons de lessen der voorgangers levendig voor den geest blijven. Hunne misstappen moeten ons bakens zetten, hun ne lauweren ons wegwijzers zjjn. Zoo begonnen, zal uwe studie u ruimschoots beloonen Gij zult toch niet beweren, dat die studie zelfs niet meer boeien kan. Is uw soldatengeest en uw officiersgeest totaal naar de maan? Wat rest, als het meest militaire gedeelte van uw vak u geen belang meer inboezemt Maar dan nog, die studie is uw plicht! Neemt aan, dat gij een ad vocaat eene zaak toevertrouwt, dat hij onvoorbereid voor de recht bank verschijnt en uw geding verliest. Zult gij hem niet van plicht verzuim beschuldigenOf, dat gij een geneesheer voor eene ope ratie ontbiedt en hij zonder grondige studie op goed geluk af zijn mes in het lichaam zet en de operatie verknoeit. Zult gij hem niet van plichtverzuim beschuldigen Of, dat gij een ingenieur een ontwerp vraagt en hij een plan geeft dat later blijkt ondoordacht en onuitvoerbaar te zijn. Zult gij hem niet van plichtverzuim be schuldigen En desalniettemin vindt gij het onbillijk van plicht verzuim beschuldigd te worden als gij eene manoeuvre verbruit door gebrek aan studie, aan toeleg. Gij weet, dat elk oogenblik een tele gram kan bevelen: „terstond te velde", en gij bereidt u niet voor. Uw plichtverzuim is grooter dan dat van dien advocaat, geneesheer» ingenieur. Zij kunnen nog rekenen op tijd om de zaak in quaestie te bestudeeren als de nood aan den man isstelt gij tot dat tijdstip uit, dan is het per se te laat. Niet alleen moet elk oogenblik u gereed vinden de sabel te omgorden, maar steeds moet gij bereid zijn met zelfvertrouwen de verantwoordelijkheid te dragen, die Neer- lands eer en de roem van ons leger u opleggen kunnen. Advocaat A. verpleit uw zaak, dokter B. maakt uw kind onge lukkig, ingenieur C. verbouwt uw huismaar gij, gij blijft niet luite nant D. slechts, in uwe handeling deelen 50, 100, 1000 menschen, wier dood gij eischen moogt, maar voor wier leven gij verantwoor delijk zijtgij treedt op voor Neerlands volk, dat uwe overwinning vreugde, uwe nederlaag droefheid brengt, dat bij uwe lauweren jubelt en zich uwe schande schaamt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 580