575
de dichter, door belangstelling gedreven in het terrein nog iets an
ders zien dan een tafereel, zoo kan, bij belangstelling, de officier het
terrein toetsen aan zijn veldheerstalent, meten, opnemen met zijn
tactischen blik. Ik ben zeker dat hij zich meer dan eens betrap
pen zou op het toepassen van een onlangs bestudeerde beweging op
het terrein, waar het toeval hem bracht. Terwijl nu evolutiën uit
het verleden dikwijls losjes besproken worden, zouden dan zelf be
dachte ontwerpen beredeneerd worden. Volgens mijne overtuiging
zullen ook wij dan elkaar van tijd tot tijd wijzen op een mooi geval.
Er zijn collega's, die hier de schouders ophalen. Zij namelijk, die
het officier-zijn reeds als eene kostwinning beschouwen, welke zij
gaarne voor eene meer winstgevende ruilen, zij, die niet meer leven
voor den dienst, maar slechts dienen om te leven.
Zoo heb ik mede het punt behandeld, dat ons standpunt domineert
de officier blijft soldaat. Stellig, de officier moet boven den soldaat
vele eigenschappen bezitten, zonder eene der soldatendeugden te
mogen missen.
Het voorgaande samenvattend, is mijne overtuiging, dat onze te
genwoordige werkkring onze lichamelijke en moreele veerkracht
zorgwekkend verzwakt; dat tot afdoende genezing belangrijke, in
grijpende hervormingen noodig zijn, die onze taak met onze roeping
samen doen vallen dat dit vooreerst niet kan zonder impulsie van
hoogerhand, dat wij (de niet-machthebbenden) echter vermogen
door vasten, beslisten wil tot die hervormingen voor te bereiden
dat de toekomst ons is, als het wel van vaderland en leger ons heilig is.
wordt vervolgd