577 thans alleen in het leger worden gehouden, om het te kort niet al te ongeëvenredigd te doen toenemen. De ramp is inderdaad groot, is onoverzienbaar! Wij mogen niet langer met fatalistische kalmte toezien, er moet gehandeld worden. De ziekte moet met alle kracht bestreden worden, geen geldelijke offers kunnen te groot zijn, want met ons leger valt alles. Wat moet er gedaan worden? De ziekte genezen kunnen wij, ge- neesheeren, niet. Maar waar wij de ziekte voor het oogenblik niet kunnen genezen, behoort zij zoo mogelijk binnen de engste grenzen te worden teruggebracht, behooren preventieve maatregelen te worden genomen. Dat dit tot nog toe door den geneeskundigen dienst niet is geschied, mag bevreemding wekken, want al verkeert de we tenschap nog in veel opzichten in het onzekere omtrent de ziekte, er zijn naar ons inzien en wij zullen hieronder trachten dit aan te toonen er zijn voldoende gegevens, om betrekkelijk het wezen der ziekte een zeer aanneembare hypothese te ontwerpen en in verband daarmede middelen te beramen, om haar voortgang te stuiten. In de vorige decenniën schreven de meeste geneeskundigen het ontstaan der beri-beritoe aan den invloed van koude en vooral van voch tige nachtlucht. Deze opvatting wordt nu nog door velen gedeeld. Yolgens haar zou de beri-beri onder de rheumatische ziekten ge rangschikt moeten worden. Yoor deze opvatting pleit de omstandig heid, dat hartkwalen, benevens spier- en zenuwverlammingen, de, zoo als bekend, meest kenmerkende symptomen der beri-beri eveneens veelvuldig voorkomen bij rheumatische aandoeningen. Het moest verder de aandacht trekken dat de ziekte destijds ten minste de Europeesche militairen ontzag en dat zij hevig in de kazernes der Inlandsche militairen heerschte, terwijl er onder de civiele bevolking veelal geen beri-beri voorkwam. Met het oog op deze feiten redeneer de men ongeveer in dezen geest: „Aangezien de Javaansche soldaat, „wat zijne voeding, zijn logies, zijne kleeding betreft, ontegenzeglijk „in beteren toestand verkeert dan de gewone koeli en niettemin de „eerste door beri-beri wordt aangetast en de laatste niet, zoo moet de „oorzaak der ziekte in een bijzondere dienstverrichting van den militair „gezocht worden." Deze bijzondere dienstverrichting kan alleen zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 588