581 jaar kan men haar voorgoed als gevallen beschouwen. In korten tijd toch werden toen geheel onverwachts onze Europeesche en Am- boineesche compagnieën en onze uitstekend verpleegde matrozen ge decimeerd, en dit gebeurde nadat men de voeding der troepen ver beterd had. Een blik in onze hospitalen leert overtuigend, dat helaas juist de gezonde, krachtige en jeugdige mannen de meeste voorbe- schiktheid bezitten, om door beri-beri aangetast te worden. Als beri-beri niet is eene rheumatische aandoening, ook niet is een gevolg van uitputting ten gevolge van onvoldoende voeding, wat is zij dan? Die vraag zullen wij trachten te beantwoorden. Tot heden toe heeft het anatomisch en klinisch onderzoek op de vraag geen uitsluitsel weten te geven. Niettemin kan, evenals bij zoovele andere ziekten, de studie van den aard van haar optreden en van de wijze van hare verspreiding onzes inziens met voldoende zekerheid het ware karakter der ziekte doen bepalen. Beri-beri is eene ziekte, die in enkele landen endemisch, bij ons veelal epidemisch voorkomt, dat wil zeggen, zij verschijnt onverwachts en tast een groot getal personen achtereenvolgens aan, om dikwijls weer te verdwijnen. Beri-beri heeft zich sedert een menschenleeftijd achtereenvolgens in de meeste kazernes, gevangenissen en andere Gouvernements-eta- blissementen vertoond, als ook op plaatsen waar zij vroeger geheel onbekend was, maar slechts dan, wanneer in deze gebouwen beri-beri lijders of beri-beri reconvalescenten van andere plaatsen werden over gebracht. Daarmede houdt verband, dat het spontane ontstaan van beri-beri nog nergens geconstateerd is kunnen worden. Beri-beri veroorzaakt gewoonlijk gelocaliseerde epidemieën, d. i. zij beperkt zich vaak tet één etablissement, één gebouw, ja zelfs tot een beperkter ruimte. Beri-beri woedt het hevigst in gebouwen, waar vele menschen opeengehoopt vertoeven, zooals kazernes, gevange nissen, schepen, enz.; in de kampongs komt zij slechts sporadisch voor. Heeft de beri-beri een gebouw in bezit genomen en achtereenvolgens de bewoners aangetast, dan kan men met zekerheid verwachten, dat de nieuwe bewoners eveneens door haar zullen worden aangetast. 1886, Dl. I. 38

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 592