609 lossen, dit maakte het verlies voor het vaderland niet te kleiner, nu generaal Pel zich bij de Atjohers had doen kennen als een bekwaam, zegevierend veldheer, die niet te weerstaan was. Teekenden wij zoo even aan, dat het aanvankelijk in het voornemen van generaal Pel lag, om door te gaan tot aan de Kroeng Raja, de be schikbare middelen dwongen voorshands ons met de bezetting van Kwala Gighen te vree te stellen. Onze troepen toch hadden te veel geleden. Yan 1 Januari 1876 tot 10 Maart van dat jaar werden niet minder dan 1893 militairen van Atjeh geëvacueerd, terwijl er in dien tussclientijd in het hospitaal van Kota Radja 503 overleden. Wij zijn met onze aankondiging thans genaderd tot de elfde aflevering, welke met de schitterende overwinning te Lambaroe begint, bij welke gelegenheid de overste Meijer den vijand zoo deed toetakelen, dat 73 lijken binnen de benteng werden achtergelaten. Deze overwinning ver loste den majoor Mekern, die, met zijn onderhebbend bataljon nabij Kajoe-leh door vijanden omringd, geene kans zag, de verbroken gemeenschap tus- schen Kajoe-leh en Pagger Ajer Missigit te herstellen. Had de generaal Wiggers van Kerchem het bevel te Atjeh aanvaard op een tijdstip, dat de Atjeher korten tijd te voren in verschillende ge vechten het onderspit gedolven had en begint zich, daarmede in verband, van af dien tijd hoe langer hoe meer die guerilla af te teekenen, die de Atjehers voortaan tegen ons zouden voeren, om zich tegen groote verliezen te vrijwarenin September 1876 begon het uit rukken op groote schaal andermaal, ten einde Pel 's operatieplan geheel tot uitvoering te brengen. Om ons bij eene chronologische volgorde te houden, zij vooraf aange- teekend, dat Pedir zich den 29en Februari 1876 aan ons gezag onderwierp, naar aanleiding waarvan in Juni d. a. v. eene versterkte compagnie aldaar in bezetting kwam, terwijl in Groot-Atjeh zelf een post te Kroeng Raba werd opgericht, ten einde de bevolking van de IY Moekims beter van onze zijde te kunnen beschermen. De Septembertocht nam den 40U een aanvang, eene campagne, welk wij niet op den voet mogen volgen, om niet al te veel plaatsruimte voor ons opstel te vragen. Tjadé, Silang, Kadjoe werden veroverd, in welke gevechten vooral de Amboineesche soldaat wist uit te blinken. Bij de beschrijving van het gevecht op 14 September, waarbij kapitein

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 620