51 en moraliter te verdedigen zijn Ik zoude langs dezen weg de op lossing niet willen zoeken van het vraagstuk, hoe tegenover de ju risprudentie van het Indisch Hoog Militair Gerechtshof in zake art. 95 C. W., laatste gedeelte, dienstweigering in tijd van vrede het best zoude zijn te beteugeleneen oplossing echter, die, ik herhaal het, zonder wijziging van laatstgenoemd wetsartikel, niet zal kunnen plaats vinden. Wenscht men daarentegen het voorbeeld te volgen van het Belgisch militair strafwetboek en dienstweigering in tijd van vrede te straffen met eene plaatsing in eene klasse van militairen aan eene gestrengere krijgstucht onderworpenen daaronder te verstaan de plaatsing bij een strafdetachement, dan wordt zoodanige plaatsing in de rij der crimineele straffen toegelaten en het aantal te maken wijzigingen nog grooter, zonder dat art. 95 C. W. zijne tegenwoor dige redactie kan blijven behouden. Waartoe echter het voorbeeld te volgen van het Belgisch militair strafwetboek en die straf te stellen op sommige gevallen van dienst weigering in tijd van vrede Men moge die straf als crimineele of krijgstuchtelijke straf wenschen of onmiddellijke plaatsing bij een strafdetachement als administratieve maatregel op de hierbedoelde gevallen van dienstweigering in tijd van vrede toepassen, ja zelfs onmiddellijke plaatsing in de 2e klasse van militaire discipline tot beteugeling der dienstweigering voldoende achten; men moet echter daarbij ook het belang van het leger niet uit het oog verliezen. Zeker is het, dat de middelen tot handhaving der krijgstucht bij de strafdetachementen véél gestrenger zijn dan bij de korpsen en zeker is het ook, dat zoo een onwillig soldaat door eene plaatsing- in de 2° klasse van militaire discipline, waarbij de rietslagen sedert ruim elf jaren niet meer worden uitgedeeld, nog niet tot bezinning mocht zijn gekomen, de rotting bij het strafdetachement hem wel tot rede zal brengen. De vraag, of eene plaatsing bij een strafde tachement als krijgstuchtelijke straf niet te streng is, kan geene vraag meer zijn. Als crimineele straf zou zij slechts van karakter veranderen, maar zeker niet zwaarder zijn. Yrees voor willekeurige en onoordeelkundige toepassing van de zijde der korpscommandanten, zoo zij, ter beteugeling van dienstweigering in tijd van vrede, in het samenstel der disciplinaire straffen werd opgenomen, behoeft niet te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 62