68
„sterktecijfer't kan best met een 500 man minder Reeds werd, in
dien geest, in het jongste Voovloopig Verslag op de begrooting voor
1886 de wensclielijkheid betoogd, om de handgelden te wijzigen (dat wil
natuurlijk zeggen: te verminderen) „waardoor de roekelooze verkwis-
„ting(j), die thans veelal plaats vindt, zou worden tegengegaan."
Re werving gaat dien kamerleden blijkbaar te goedmen zou het
geheele motief, dat de tegenwoordige formatie te hooge eischen stelde
aan de aanvulling met suppletie-troepen, op die wijze gaan verliezen.
Gelukkig bleek de Minister voor die „wijziging" nog niet te vinden.
De uitbreiding der formatie van het Amboineesch element, tegen
inkrimping van het Iulandsche, zal eindelijkin 1886 tot stand komen.
Op deze zoo voor de hand liggende verbetering in gehalte van het
leger is in dit tijdschrift reeds zoo herhaaldelijk gewezen, dat wij
niet. behoeven te zeggen, hoe zeer wij dien maatregel toejuichen.
Met genoegen kunnen wij verder constateeren, dat de sterkte van
het leger in 1884 met 1000 man is vermeerderd, ten gevolge van
de betere resultaten der werving, zoowel in Nederland als in Indië.
Plaatselijke indeeling.
De in het Kol. Versl. vermeld wordende troepenverplaatsingen
het 10e en lle bataljon van Atjeh naar Java en bet 5° bataljon
van Semarang naar Mandor, vice versa zijn te bekend en te veel
besproken, om daarover nu nog verder in beschouwingen te treden.
Aanvulling van het korps officieren.
Verblijdend zijn de cijfers, die de winst en het verlies aan offi
cieren aangeven over 1884. Het incompleet is steeds dalend.
Wel is waar geeft het overzicht in het Kol. Versl. nog slechts
eene vermeerdering van 16 officieren te kennen, vergeleken met het
vorige jaar, maar de toelichting, dat 75 officieren onderweg naar Java
waren, om den actieven dienst te aanvaarden, maakt dit cijfer veel
gunstiger. De cijfers van het incompleet en overcompleet van het
officierskorps, in de December-aflevering 1885 van dit tijdschrift
ffeo-even, doen dan ook zien, dat, sedert het verschijnen van het hier
besproken Kol. Versl., het incompleet bij alle officierskorpsen zoo
goed als geheel is verdwenen en alleen nog van beteekenis is bij de
officiereu van gezondheid en de apothekers. Mogen we Cornelis
gelooven, die in zijn, in genoemde aflevering voorkomenden brief,
O O