72
dienst kan doen, of wel wat ook al voorkwam sergeant-majoor
en fourier beiden bij de kaderschool zijn gedetacheerd, dan ontstaat er
stagnatie in den dienst en moet- er dus iets op gevonden worden.
Nu zoude wel het aangewezen middel zijn om het kader, op de
scholen gedetacheerd, boven de formatie te voeren, dat wil dus zeggen,
het leger met zooveel man kader uit te bteiden, maar dit middel is
verboden. Het Indisch leger heeft immers meer behoefte aan rust
dan aan uitbreiding.
Het eenige dat overschoot was dus, om maar in godsnaam het
administratief kader zonder opleiding te bevorderen, want de opleiding
bij de compagnieën, waarvan het Kol. Yersl. spreekt, is wel een
mooi woord, maar het is ook niets meer dan een woord. De
opleiding bestaat niet.
Het doet ons leed, dat op defce wijze het zoo goede beginsel, dat
tot de oprichting der kaderscholen leidde, gedeeltelijk is prijs gegeven.
De nu genomen maatregel toch staat gelijk met een begin van opheffing.
Want welke gegronde reden kan er worden opgegeven, dat op die
scholen het administratieve kader niet, en het andere kader ivel zoude
kunnen worden opgeleid? Als een van beide het geval moest zijn,
zou men veeleer geneigd zijn, het tegenovergestelde aan te nemen.
Wilde men de onvoldoende resultaten verbeteren, dan zoude hot
ware middel zijn, die verbetering in de scholen zelf te zoeken. Het
is toch genoeg bekend, dat juist het gebrek aan kader aanleiding
gaf tot het niet voldoende de hand houden aan de eischen
van toelating en tot eene stoomafrichting in drie maanden, om
toch maar spoedig in de behoefte der korpsen te kunnen voorzien.
De zware inspanning, daardoor van het kader aan de scholen gevergd,
hield weder velen van het streven n aar bevordering op die wijze terug.
Eeu schoolbezoek van minstens zes maanden is zeker niet te veel
voor behoorlijke opleiding van onderofficieren. Stelde men dit echter
als minimum, dan zoude door dit langduriger verblijf het incompleet
bij de korpsen alweder grooter worden en op die wijze blijft men
in den vicieusen cirkel doorgaan. De eerste eisch om tot verbetering
te geraken, is dan ook „het boven de formatie voeren van het aan
Men zie hierover de zeer juiste opmerkingen van Q. in zijn artikel over de
werking der kaderscholen. Ind. Mil. Tijdschr. jaarg. 1885, blz. 227 ad 8.