81 juist door het belang van zijn werkkring, een gevaarlijk lichaam. (1) Daarom bestrijd ik de theorieën, die de tegenwoordige practijk leiden. Daarom beijver ik mij een middel te vinden dat, zooveel mogelijk, voor niet-voldoende elementen waarborgt, 't Gewicht van den eersten stap wordt te zeer uit het oog verloren. Alvorens echter tot de bespreking van het toelatingsexamen tot de 2de Afd. der Krijgsschool over te gaan, ben ik den lezer de belijdenis verschuldigd, dat ik niet nu en dan hier of daar een greep doe in ons onderwijs, doch dat mij ne opstellen thuis behooren in een vol ledig geheel. Daar dit echter steunen moet op een volslagen omme keer van het middelbaar onderwijs, waarin ik, met velen, meereen heid, minder overlading en beter aansluiting aan lager en hooger onderwijs wensch; op de invoering van algemeenen, eenjarigen dienstplicht, na door- loopen hoogere burgerschool of gymnasium, voorafgegaan door ver plichte oefening in exercitie, schermen, schieten en werken met de linnemanschop (in Nederland) aan die inrichtingen; (2) 1886, Dl. I. 6 (1) Zie Ind. Mil. Tijdschr. 12e Jrgng. No. 2, opmerking Redactie, blz. 142. (2) In de „Vragen des Tijds" schreef de heer P. J. Van Voorst Vader (Mei 1884) over Neerlands Weerbaarheid: „Ten einde het onderwijs niet te bemoeilijken en „tevens om voldoende kader voor schutterij en reserveleger te bekomen, zal 't "wenschelijk zijn de leerlingen van gymnasia, hoogere burgerscholen en daarmede „overeenkomende inrichtingen van onderwijs, in de beide laatste cursussen dier scholen, „drie uren per week onderricht te geven in het schieten en andere militaire zaken, "zoowel practisch als theoretisch. Op deze wijze kunnen hier dan korporaals en [onderofficieren flink voorbereid worden." En in „de Grondwetsherziening urgent "voor de defensie", schrijft de oud-minister J. C. C. Den Beer Poortugael„Jongelingen [van 16-20 jaar, mogelijk op minderen leeftijd reeds, kunnen bij de scholen in de „eerste beginselen van militaire exercitiën worden onderwezen. „Gymnastiek, schermen, exercitiën met het geweer, oefeningen in 't fiaubertschieten, „en de eerste lessen van recruten-, later van compagniesschool, doen de spieren „spannen, de hersens, van welke thans zooveel wordt gevorderd, ontspannen, ge wennen aan het commando, geven zelfvertrouwen, ontwikkelen moreele eigenschappen, „welke de levenskracht van een volk verhoogen en kunnen dienen om den lateren „oefeningstijd, in de militie, bij het leger, aanmerkelijk te bekorten en voor den „landstormdienst voor te bereiden. „Waar ieder burger van den modernen staat verplicht is, tot behoud van dien „staat mede te werken, treedt meer en meer, in de jeugd, de voorbereiding op den „voorgrond, om op mannelijken leeftijd spoediger bekwaam te zijn, dien plicht jegens „het Vaderland te kunnen vervullen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 92