82
op het oprichten van een tijdens het luitenantschap te volgen cursus,
ter behandeling van tactiek, strategie, krijgsgeschiedenis, staathuis
houdkunde (de concrete, practische oeconomie), internationaal recht
(oorlogsrecht), staatkunde, rechtswetenschap, militaire literatuur, ver
bandleer, paardrijden en schermen, (welke vakken, tactiek en schermen
uitgezonderd, van het opleidingsprogramma tot 2den luitenant ver
dwijnen kunnen), daar dit dus nog geruimen tijd op hoop en vertrouwen
teeren moet bepaal ik mij voorloopig tot die gedeelten, die wel
in mijn programma thuis behooren, doch, ook zonder den volslagen
ommekeer te eischen, tot stand kunnen komen en in beduidende
gebreken voorzien, wier voortbestaan niet te verdedigen is.
De laatste zes jaren hebben het onderwijs in bijna alle landen
belangrijke hervormingen zien ondergaan. In de tijdschriften en
werken, die staatkunde, philosophic, onderwijs, opvoedkunde be
spreken, hebben knappe mannen den pennestrijd gevoerd. In ons
land zelfs werd de onderwijs-quaestie toetssteen van politieke kleur.
Ook het vraagstuk van het militaire onderwijs is meer op den voor
grond getreden. Daarvan getuigen eveneens tal van geschriften en
lezingeD, die van het onderricht, den milicien te geven, tot de op
leiding van troepenleiders behandelen.
Komt de examenvraag ter sprake, doorgaans is de beslissing
„een noodzakelijk kwaad.
In het Ind. Mil. Tijdschr. April 1885 besprak ik het dubbele
gebrek, elk examen uit den aard der zaak eigenhet feilbare als
maatstaf en de ongezonde werking op onderwijs en studie. Daar
wenschte ik als maatstaf, voor leerlingen, die een cursus doorloopen,
een proeftijd in plaats van een proefsri«&.
Is bij examens, die de adspiranten van her- en derwaarts samen
roepen en tegenover onbekende beoordeelaars plaatsen, verbetering
onmogelijk M. a. w. hoe kunnen daar de gebreken zooveel mogelijk
opgeheven worden?
Dit na te gaan, ten opzichte van het aan het hoofd gemelde
examen, is de leidende gedachte van mijn opstel. De krijgsschool
zelve blijft daarbij, buiten noodzaak, ongemoeid.
Bij examens, die de vrucht zijn van of leiden tot vrije studie, kan