84 morgen andere beginselen kunnen huldigen. Wie het programma plaatst naast dat van het examen ter verkrijging van den 2den luite nantsrang, zal zeer weinig verschil constateeren, terwijl niet ééne na dere bepaling een werkelijk onderscheid in het leven roept. Elk 2de luite nant ziet dus kans, met succes de studie voor de krijgsschool te aanvaarden. Was de krijgsschool onze „hooge school," dan was dit principe te verdedigen. Dan echter moest het streven zijn, allen zonder uit zondering die school te doen volgen. „Hooger onderwijs (1) heeft ten doel opleiding tot zelfstandige „beoefening der wetenschap," zegt D1'- II. Sanders Ezn, „hetzij die „opleiding gezocht wordt als voorbereiding voor een maatschappelijken werkkring, of wel als voorbereiding voor beoefening der wetenschap „om haar zelve," voegt Dr- J. Rutgers (Nederl. Spectator 1869) daaraan toe. Volgens die definitie van bevoegden zouden onze hoofd cursussen, onze militaire school, met meer recht den naam van inrich tingen tot hooger onderwijs verdienen dan de krijgsschool. De schr. in den Mil. Speet, noemt den strijd onvruchtbaar. Ik zal er mij niet in verdiepen. Mijne meening is, dat wij een onderwijsje op eigen hand er op na houden, waarbij aan de termen lager, middelbaar en hooger, zoo gebezigd, ook eene beteekenis op eigen hand moet toegekend worden. Doch de krijgsschool is niet voor allen bestemd, of wil men liever, allen zijn niet voor haar bestemd. In Duitschland, zegt men, is het examen ingericht als bij ons. Pardon. Men heeft ten onzent de eene helft overgenomen, zonder de andere door beter te vervangen en daardoor ook het behouden gedeelte van kracht beroofd. In Duitsch land is de omvang van het toelatingsexamen van de Kriegs-Aca- demie niet grooter dan bij het officiersexamen. Daarmee vereenig ik mij gaarne in principe. Maar de vragen zijn anders ingericht en wel zoodanig, dat de adspirant binnen de grenzen van dat programma zelfstandigen arbeid moet leveren. Het examen dient vooraf om hun oordeel te onderzoeken en na te gaan, of zij in staat zijn het hoogere, militaire onderwijs aan de Kriegs- Academie met vrucht te kunnen volgen. Degenen, die in dat opzicht het best voldoen, worden tot de Kriegs-Academie toegelaten (Milit. (1) Men leze Militaire Spectator, blz. 498 e. v., 1874.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 95