bezigd; dikwijls te recht. Velen nemen den inhoud op, om zich het denken te besparen dat zijn onpractische menscheu, die grondstof opstapelen, in plaats van haar te verwerken. Zoo zijn onze adspi- ranten voor de krijgsschool, die evenals mijn vriend zeggen „liefst „voor elk vak hoogstens één boek." Van de beste handleiding geldt m. i. hetgeen prof. Van der Lith over die tot kennis van het Staats- en Administratief recht van hied. Indië door M1' J. De Louter zegt „Zij brengen een vernis van kennis aan, maai' schrikken in werke lijkheid van wetenschappelijke beoefening van het vak af, omdat „men schijnbaar aan den inhoud genoeg heeft. Hoe geheel anders „is de invloed van wetenschappelijke werken, die tot nadenken en „verdere studie prikkelen." Kennis of vernis? Daarover kunnen stellingen en proefschrift hier uitspraak doen. Door hun invloed zal de voorbereiding de goede richting moeten inslaan. De belangstelling, de nieuwsgierigheid, mère des sciences (Alph. de Candolles) moet opgewekt zijn, voordat de krijgsschool bereikt is. Dit bewijze het examen. Laat spreken wie iets op het hart heeft, laat de gedachte vrijen loop, en gij zult ontdekken in wie „iemand" zit. Proefschriften is geen nieuwtje op militair gebied. Een bepaald eindexamen bestaat aan de Kriegs-Academie te Berlijn niet. Om de bekwaamheid en de vorderingen der officieren echter te kunnen be- oordeelen, worden hun gedurende het laatste cursusjaar (het 3de) in alle vakken eenige onderwerpen opgegeven, waaruit zij een kun nen kiezen, om daarover eene verhandeling te maken, welke vóór het einde van het 3de cursusjaar ingediend moet worden. Voordien arbeid kunnen zij gebruik maken van alle hulpbronnen, welke onder hun bereik liggen. Bestaat er eenige vrees, verwant aan het begrip ondergeschiktheid, voor al te groote vrijheid, men bepale ook ten onzent de keuze tot een door de examencommissie ontworpen aantal onderwerpen. Die vrees acht ik echter niet te rechtvaardigen ten opzichte van a. s. stafofficieren. Ik vermeen daarentegen dat ook in dat opzicht eene proef nuttig is. De bijzonderheden der regeling verwarre men niet met het principe. Genen vormen eene quaestie van later zorg. Misschien zal men er op wijzen dat, zoowel als een a. s. dokter in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 98