■\r
De houding van den schutter hij het schijfschieten.
Volgens het bestaande „Voorschrift betreffende de Wapenen en de
Schietoefeningen bij de Infanterie mogen alleen scherpschutters en schut
ters 1'' klasse bij het schieten naar de schijf eene houding aannemen naar
verkiezing en ziet men die schutters dan ook meestal eene andere dan
staande houding verkiezen, 't zij knielende, zittende, liggend opgelegd,
dan wel de aangeleunde houding, wanneer voor deze laatste gelegenheid
bestaat.
Niet alleen dat deze laatste houdingen hem dikwijls gemakkelijker
voorkomen, maar ook doet hij dit bepaald met de hoop dan een vast en
beter schot te doen; ja er zijn er velen die, wanneer zij later uitsluitend
in staande houding hun schot moeten afgeven, zooals na terugstelling en
vooral bij het prijsschieten blijkt, bepaald slechter schieten dan redelijk
goede schutters uit de 2C klasse.
Schrijver heeft zich dan ook dikwijls afgevraagd, wat wel de bedoeling
kon zijn met dat laten schieten, uitsluitend in staande houding door de
3e en 2C klasse, waarin misschien liet twee derde der geweerdragenden
van het leger geoefend wordt. Immers in de werkelijkheid zal het
grootste deel der schoten in andere houdingen worden afgegeven en
slechts zelden een schot worden gedaan in de houding, zooals nu staande
voor de schijf geschiedt.
Waarom dus ook de 3e en 2° klasse schutters bij het schieten de andere
houdingen niet leeren aannemen
De man geeft in den regel zijn schot af als tirailleur in de linie, dan
wel in 't gelid staande; als tirailleur kan hij dus toch de houding naar
verkiezing aannemen, ja moet dit in de meeste gevallen doen, want hem
wordt geleerd, dat hij zorgt in de eerste plaats een vrij uitzicht te hebben
en daarna zich te dekken.
Hoe kan men nu verwachten, dat een soldaat, die altjjd gedwongen