Ill legenheid tot vermaken van allerlei aard oplevert. Niet te verwonderen is liet, dat die verzoeking te sterk is voor jongelieden, die slechts enkele weken te voren de Academie hebben verlaten en die het vooruitzicht voor oogen hebben gedurende jaren van hun later leven de genoegens te missen, die aan de Europeesche samenleving zijn verbonden. Zij trach ten dus nog zooveel mogelijk van hunne vrijheid te genieten, terwijl sommigen het blijkbaar zelfs lang geen verwerpelijke zaak vinden bij het eind-examen niet te slagen, en op die wijze nog één jaar te Breda te kunnen bliiven, alvorens naar Indië te vertrekken. Iioe hoog een langer verblijf hier te lande door bedoelde categorie van jongelieden wordt op prijs gesteld, blijkt onder anderen ook uit het gewoonlijk groot getal, dat zich aanbiedt om bij de Pyrotechnische werkplaatsen, den geweer winkel enz. te worden gedetacheerd. Behalve hetgeen hier tegen de thans vigeerende regeling van de le afdeeling der Krijgsschool, vooral met betrekking tot de daarbij gede tacheerde Indische officieren, werd aangevoerd, is er nog een punt, het welk ten deze niet uit het oog dient te worden verloren, namelijk de omstandigheid, dat bedoelde officieren zonder eenigen overgang te Breda in onmiddellijke aanraking blijven met hunne vroegere kameraden, het geen voor beiden ongewenscht is. Het vorenstaande samenvattende, neemt de commissie de vrijheid er de aandacht op te vestigen dat, hoezeer ook gevoelende dat de twee jaren die aan de Koninklijke Militaire Academie door do cadetten dei- artillerie en genie aan de vakstudie kunnen worden gewijd, voor die studie te kort zijn, zij desniettemin overtuigd is, dat het hiertegen in September 1880 door de invoering der lc afdeeling van de Krijgsschool aangewende hulpmiddel onvoldoende is gebleken. Naar hare bescheiden meening verdient het dus alleszins overweging, om bij de verplichte her ziening der wet van 30 Mei 1877 Staatsblad no. 141) welke herzie ning, ingevolge art. 2 der wet van 11 Juli 1882 Staatsblad no. 100) vóór of op den lsten September 1887 moet plaats hebben te trachten hierin afdoende verbetering te brengen. Versterking van het Britsch-Indische leger. Bij de begrootingsdiscussiën heeft Lord Randolph Churchill aan het parlement het regeeringsprogramma voorgelegd der versterking van het Britsch-Indische leger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 122