DE HANDLEIDING TEN DIENSTE YAN HET ONDERWIJS IN HET MILITAIR RECHT YAN G. J W. KOOLEMANS BEIJNEN, BESCHOUWD UIT HET OOGPUNT HARER BRUIKBAARHEID IN NEDERLAN DSCH-INDIË. Namen wij niet lang geleden met groote ingenomenheid kennis van eene aanschrijving van het Departement van Oorlog, waarbij de wensch werd uitgedrukt, dat het militair recht voortaan een onderwerp van grondige studie zoude uitmaken, en kunnen wij in het daarbij gevoegde programma, waarbij zijn opgegeven „eenicje puntendie achtereenvolgens bij de behandeling der militaire rechtspleging spe ciaal bespreking verdienenreeds een soliedeu waarborg zien, dat thans een ernstig streven bestaat, zich met meerdere belangstelling aan dien lang verwaarloosden tak van rechtswetenschap te wijden, niet minder aangenaam werden wij verrast door de toezending van bovenstaand werk, dat de Redactie ons namens den schrijver ten geschenke en tevens ter aankondiging aanbood. Wij betuigen den geachten schrijver hierbij onzen welgemeenden dank, en voldoen gaarne aan de uitnoodiging. De schrijver, leeraar in het militair recht aan de Koninklijke militaire academie te Breda, is voor onze lezers, op het gebied van dien bijzonderen tak der Rechtswetenschap, geen vreemdeling. Reeds vroeger hebben wij met genoegen in onderscheidene tijdschriften kennis genomen van zijne beschouwingen over het recht van reclame en het begrip van desertie; met onvermoeiden ijver is hij ook thans aan het samenstellen gegaan van bovenstaand werk, dat alle anderen in omvang en studie overtreft. Een der groote verdiensten van het werk is voorzeker, dat daarin uitvoerig zijn behandeld de algemeene beginselen van het gemeene

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 174