Sint Hubert.
391
de lioofdofficiersrang slechts aan bekwame handen wordt toevertrouwd,
zoude zulk een cursus ook indirect uitstekend werken. Ieder offi
cier, wetende dat hij later beproefd wordt, zoude reeds van zelf tot
studie aangespoord worden en het schoonste resultaat, dat ik er mij
van voorstel, zoude wel dat zijn, dat iedereen zich gedurende zijn offi
ciersloopbaan zoodanig had toegelegd, dat hij den cursus óf niet,
óf slechts voor den vorm zoude behoeven bij te wonen Laat ons
onszelven bekennen dat dit thans zeker nog niet het geval zoude zijn.
Bij het thans bestaande systeem van bevorderen, dat is anciënniteit
in de meest letterlijke beteekenis van het woord, is ieder officier aspi
rant voor den hoofdofficiersrang; dit bestaat nergens, zelfs bij het
beste officierskorps niet.
Ik heb mij in het voorgaande uitsluitend bepaald tot de bespre
king van mijn eigen wapen, de infanterie. Hoe het bij de andere
wapens gesteld is, weet ik niet en kan ik daarover volstrekt niet
oordeelen. Zooveel is zeker dat zij, in het hierbesproken opzicht,
in veel gunstiger omstandigheden verkeeren dan de infanterie. Al
deze wapens hebben een eigen chef, die in het wapen is opgegroeid
en die ten minste de kapiteins en hoofdofficieren grootendeels persoon
lijk kent en hen zelfstandig kan beoordeelen naar hetgeen hij vroe
ger in minderen rang van hen heeft gezien; het groote voordeel
eener gelijkmatige beoordeeling voor allen wordt daardoor reeds van
zelf verkregen, afgescheiden nog van de omstandigheid dat het be
trekkelijk gering aantal officieren dier wapens het zooveel gemakke
lijker maakt hen steeds in 't oog te houden. De infanterie heeft
niet alleen geen eigen chef, maar de autoriteit, die als zoodanig tant
soit peu fungeert, dé chef der He Afdeeling van het Departement
van Oorlog, is dikwijls nog van een ander wapen afkomstig en volstrekt
onbekend met de officieren der infanterie en moet dus geheel op de
vaak weinig betrouwbare conduitebeoordeelingen afgaan. Daarom
is bij de infanterie de hulp eener instelling, die den chef der lie
Afdeeling van het Departement van Oorlog in de beoordeeling zijner
officieren tegemoet komt, m. i. zeer gewenscht.
Kapitein der infanterie,