HET INDISCHE LEGER IN DE STATEN-GENERAAL. Begrooting voor 1886 en Memorie van Toelichting. Het eindcijfer der begrooting voor 1886, Af deeling VII, Depar tement yan Oorlog, is nagenoeg gelijk aan dat van het vorige jaar. De vermindering van f 180,000 op eeue som van ruim 28 millioen is niet van be teekenis. De concentratie te Atjeh levert dus blijkbaar nog geene schitterende financieele resultaten't volgend jaar wellicht. Thans vinden we daaromtrent in de Memorie van Toelichting alleen aangeteekend, dat de levensmiddelen te Atjeh voor 3 ton minder zijn uitbesteed dan verleden jaar; nu er zooveel minder bezetting is, zeker eene niet te groote reductie; daarentegen is 1 ton meer uitgegeven voor verstrekking van gezouten vleesch en provisiën aan de troepen aldaar. Een tweede post van f 100,000 is uitgetrokken voor aanschaffing van nieuw bergmaterieel, dat intusschen reeds hier is aangekomen. Voor oplegging van een voorraad serge in de magazijnen is ƒ245,000 besteed, terwijl 27000 helmhoedeu zullen worden aangeschaft. Over deze hoeden zullen wij straks bij de Memorie van Antwoord nog iets naders vernemen. Verder licht de Memorie van Toelichting de meerdere uitgave toe van f 72000 voor de verbetering der infanterie door de vervan ging van 4 Inlandsche compagnieën door 4 Amboineeschezeer wel besteed geld "Wanneer wij nu de begrooting nog eens doorbladeren, zonder ons juist door de Memorie van Toelichting te laten leiden, treffen ons nog enkele posten, die wij hier in 't kort vermelden. Ons aller vriend Toekoe Baid geniet eene toelage van f 300 's maands; andere dergelijke vrienden dezelfde som. Van sommigen wordt de vriendschap zelfs met f 500 's maands beloond. Wij behooren volstrekt niet tot hen, die dergelijke uitgaven wegge- 1886, Dl. I. 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 424