BOEKBÏOORDEÏLING.
Indische legerbelangen, door W. Cool, kapi
tein der genie bij de K. M. Academie.
Overgedrukt uit de Militaire Spectator 1884
en 1885, gedrukt bij Broese Comp. te Breda.
Een goed geschreven betoog over Indische legerbelangen is altijd
zeker veel lezers te vinden; de belangrijke studie, aan dat onderwerp
door den Heer "W. Cool gewijd en bij gedeelten voorkomende in „de Mili
taire Spectator", verdient naar onze meening in hooge mate de algemeene
belangstelling; die studie zal niet alleen gelezen en herlezen, maar zeker
ook aandachtig nagegaan en ernstig overwogen worden. Het was dus
een goed werk haar als een afzonderlijk geschrift het licht te doen zien,
ten einde het bestudeeren daarvan gemakkelijk te maken en haar langs
dien weg ook onder de oogen te brengen van hen, die „de Militaire
„Spectator" niet lezen.
Door het uitgeven van een vlugschrift van ruim 30 bladzijden, getiteld
„Eenige wenken op Indisch militair gebied" heeft de oud-hoofdofficier
Brutus tot het in het licht zenden van de verhandeling van den Heer
C. aanleiding gegevenzij is echter veel meer dan een bespreking van
dat werkje en wij vermeenen niet te dwalen door haar aan te merken
als de vrucht van een langdurige studie en ondervinding, die ons ook
zonder het boekje van Brutus onder de oogen zou gekomen zijn. Doch
hoe dit zij, niet de minste verdienste van dat boekje is het zeker, aan
leiding gegeven te hebben tot het optreden van den Heer C. met zijn be
langrijk geschrift, alsmede tot de beoordeelende aankondiging en de
zeer merkwaardige onthullingen in „de Indische Grids" van November
1883 door den Heer W. C. Nieuwenhuijzen, welke beide het werkje
van Brutus in omvang en beteekenis ver overtreffen.
Wilden wij de verschillende onderwerpen, door den Heer C. behandeld,
bespreken zooals zijne grondige studie dat verdient en hem daarbij ge
heel op den voet volgen, dan zou de ruimte, welke dit tijdschrift voor