90 „dit wel het geval geweest of had het opstel van A. vóór het mijne „het licht gezien, ik zou niet geaarzeld hebben mij bij hem aan te „sluiten en niet gezegd hebben: „ware het niet dat de vrouwen veel „minder door beri-beri aangetast werden dan de mannen, ik zou „meenen, dat langzamerhand alle kazernes besmet zijn." Enz H. A. A. Niclou. Na het afdrukken van het vorenstaande ontving de Redactie nog van den Heer J. C. P. Kats, officier van gezondheid der le klasse, een schrijven, strekkende tot opheldering van eene door H. A. A. N. gestelde noot op blz. 546 en 547 der vorige aflevering. De noot luidt „Di' P. Schneider in zijn geschrift: „Beri-beri, Batavia, Ernst „en Co. 1883", geeft op dat uit het summier ziekenrapport over 1879, „opgemaakt door De Leeuw, blijkt, dat, Atjeh mede er in begrepen, „in 1879 werden behandeld op Java en Atjeh 9696 lijders, waarvan „in 't geheel 1682 overleden. Hoe klopt dat met de totaal-cijfers „uit de koloniale verslagen voor geheel Indië, bedragende 3290 zie- „ken en 221 overledenen?" Het antwoord op deze vraag is zeer eenvoudig. De door kolonel De Leeuw opgegeven cijfers hebben betrekking op landmacht, zeemacht, particuliere mannen en vrouwen, enz. te zamen, de cijfers der kolo niale verslagen alleen op de landmacht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 101