102 berekend zijn, spoedig', voordat al onze kazernes zullen zijn besmet, ook de krachtige factoren zullen worden te hulp geroepen, die bij alle infectie, ziekten in Europa zoo werkzaam zijn gebleken, nl. desinfectie of ontruiming van gebouwen en afzondering van de lijders. De veldransel. De expeditiën in Nederlandsch-Indië van de laatste jaren hebben getoond, dat het dragen van den veldransel in het gevec ht niet bepaald noodzakelijk is tot het bereiken van het doel. Wij zagen althans te Atjeh bij tal van excursiën, wanneer het op het eigenlijke gevecht bij de ageerende colonnes aankwam, den veldransel door den man achtergelaten, en, in gevallen waarbij het te voorzien was dat de ageerende colonnes gedurende eenige weken of dagen zouden uitblijven, deze velduitrusting medegevoerd door het vivres- en munitie-transport. En toch kwamen onze troepen waar ze wezen moesten. Is het dragen van den veldransel door den soldaat te velde dus niet onontbeerlijk, in garnizoen behoeft het naar ons oordeel geen vereischte meer te zijn, den soldaat aan het dragen daarvan te gewennen. Men schaffe aldus deze velduitrusting voor het garnizoen af, en ver- strekke haar aan den man alleen als het te pas komtte velde. Laat ons even nagaan welke geldelijke voordeelen voor den lande aan een dergelijken maatregel verbonden zouden zijn, daarbij de berekeningen slechts approximatief nemende. Stellen wij dat voor het Indische leger in gewone omstandigheden volgens het oude systeem 25000 veldransels benoodigd zijn. Bij afschaf fing van den veldransel in garnizoen zal het aantal te velde benoodigd op 10000 stellende, welke in de magazijnen moeten worden opgelegd tot aan de verstrekking op expeditie een overcompleet van 15000 veldransels ont staan, welke, voor den vervolge van Russisch doek aangemaakt, eene waar de vertegenwoordigen van 15000 X ƒ6.10 91500. Nu nog de reparatiën. Stellen wij daartoe het gezamenlijk aantal compagnieën en detachementen van het Indische leger op 200 en dat iedere compagnie of elk detachement wekelijks eene reparatie aan veld ransels heeft van ƒ1.dan komen wij tot een jaarlijksch bedrag van 200 X 52 X 1 10400, alleen benoodigd vo or reparatiën aan veldransels. Deze berekeningen, hoewel bij benadering genomen, zullen waarschijn lijk de werkelijk gemiddelde uitgaven niet overtrefl en, en nopen ons daarom tot de vraag

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 113