110 - van de lasten van den transportdienst werd bezwaard. In October was aan koelies dan ook geen gebrek meer; er wa ren toen 173 dwangarbeiders en 1000 koelies in dienst. Ue operatiën liepen toen echter tevens ten einde, zoodat van den ver beterden toestand weinig partij meer kon worden getrokken. Balische expeditie in 1868. De vierde Balische expeditie, den 13en September 1868 van Soe- rabaja vertrokken, bestond uit het 14o bataljon infanterie a zes com pagnieën, eene sectie berghouwitsers en 2 Coehoornmortieren met be diening en munitie, benevens het noodige ambulance- en administratief personeeltotaal 31 officieren en 771 onderofficieren en manschappen. Er gingen geene andere koelies mede dan 20 dwangarbeiders voor de ambulance. Yoor den transportdienst werd gerekend op de hulp van het bevriende deel der Balische bevolkingvolgens mededeeling van den resident van Banjoewangi waren nl. een 600tal koelies be schikbaar, tegen een loon van ƒ0,625 per dag; de radja van Boele- leng was met de zorg voor het bijeenbrengen dier koelies belast. Te Singa Radja, hetwelk eerst door de expeditionnaire macht werd aangedaan, werd den koelies aangezegd den 18cn September te Teboenglcoes aanwezig te zijn, waar de troepen definitief zouden wor den ontscheept, om van daar uit verder op te rukken. Ten einde de koelies van de overige Bali neezen te onderscheiden, werden zij voorzien van een witten armband. Bij den opmarsch van Teboengkoes op 20 September, maakte de radja van Boeleleng den tocht mede, ten einde de orde te handhaven onder de lastdragers, wier aantal niet wordt vermeld. Zijne aan wezigheid was van groot belang, omdat de Baliërs over 't alge meen weinig lust betoonden tot het verrichten van koeliediensten. Al aanstonds vertraagden de koelies dan ook door hunne langzame bewegingen den marsch. Toen na het afslaan der Balineesche aanvallen gedurende dien marsch, de hoofdmacht zich tegen het sterkste gedeelte van 's vijands stelling bij Bandjar in beweging stolde, wilde het ongeluk dat een tweetal koelies gewond werden door een paar, voor vluchtende vij anden bestemde geweerkogels. Dit bracht onder hen zulk een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 121