114
van Batavia werd gezonden van 3 compagnieën infanterie en eenige
artillerie, werd het civiel bestuur verzocht hiervoor 100 dwangarbeiders
en 4 mandoers beschikbaar te stellen, aangezien de ondervinding in
Deli weder bewezen had, dat die klasse van personen de voorkeur
verdiende boven vrije lieden. De waarnemende resident meende
echter vrije lieden te moeten aannemen en vereenigde die ook tot
het gewenschte getal. Eenmaal verzameld, weigerden die menschen
echter, door vrees bevangen, mede te gaan, zoodat nog laat in den
avond aangewezen werden 100 dwangarbeiders met 4 hunner man
doers, benevens 1 vrije mandoer. Deze ontvingen een sprei, ligmatje
en kapmes en werden in het genot gesteld van dezelfde voeding als
de vrije koelies, terwijl hun als loon werd toegekend:
Voor een mandoerf 7.
dwangarbeider5.—,
benevens sirihgeld.
De dwangarbeiders voldeden, als gewoonlijk, goed.
Hun aantal was echter uit den aard der zaak te gering, 0111 er
vele diensten van te kunnen verwachten, zoodat de particuliere onder
nemers meermalen met Chineesche koelies bijsprongen. Zoo werden
b. v., voor de oprichting eener tijdelijke versterking te Soengei Be-
hilong, door hen niet minder dan 600 Chineesche koelies gedurende
14 dagen beschikbaar gesteld.
lu Atjeli-expeditie in 1873.
Aan do 1° Atjeh-expeditie sterk
3 bataljons infanterie a zes compagnieën;
1 bataljon barisan a. zes compagnieën;
1 detachement cavalerie van 60 man
4 veldbatterij a 4 kanonnen van 8 cM.
1 bergbatterij a 4 houwitsers en 8 mortieren van 12 c3L
1 detachement vestingartillerie met 2 mortieren van 20 cM.
1 compagnie mineurs en sappeurs
1 opnemingsbrigade,
benevens het noodig administratief en geneeskundig personeel, totaal 168
officieren en 3200 minderen, werden toegevoegd voor den trans
portdienst 1035 dwangarbeiders en 50 mandoers. Deze dwang-