115 arbeiders waren afkomstig van de drie hoofdplaatsen van Java, Batavia, Semarang en Soerabaja. Daarenboven werd een 500tal te Batavia in reserve gehouden, om op eerste aanvraag naar het terrein des oorlogs te kunnen worden gezonden. Vóór de inscheping waren die van Batavia geneeskundig onder zocht en de voor den velddienst ongeschikten door anderen vervan gen. Bij die van Semarang en van Soerabaja scheen dat onderzoek niet of niet voldoende te hebben plaats gehadhet bleek ten minste weldra, dat er van deze velen waren, die niet aan de expeditie hadden moeten worden toegevoegd. De koelies stonden onder het oppergezag der militaire administratie. Voor het bevel en beheer was aangewezen een 2C luitenant der in fanterie, aan wien waren toegevoegd 1 schrijver, benevens 10 on derofficieren der infanterie.. De vivres waren voor -J- verpakt in éénmansvrachten (25 KG.), voor in de in den handel gebruikelijke verpakking. De koelies werden niet aanstonds bij de verschillende korpseu ingedeeld, maar grootendeels bijeengehouden. Voor de reis naar Atjeh werden er 600 ingescheept aan boord van de William Mackinnon, de overigen werden in kleine detachementen over de andere schepen verdeeld. De instructie, die voor den officier, belast met het toezicht over de dwangarbeiders, werd vastgesteld, was in hoofdzaak van den vol genden inhoud „De beheerder ontvangt van den onder-intendant bij de expeditionnaire „administratie, onder wiens onmiddellijke bevelen hij staat, nominatieve „staten van de voor de expeditie bestemde mandoers en bannelingen, „en legt onmiddellijk de noodige controle daarvan aan. „De mandoers ontvangen ieder een loon van f 10, de banne lingen van 5 's maauds, daarenboven 1| cent sirihgeld per man „en per dag. Vóór het vertrek wordt hun een maand loon als „voorschot uitbetaald. „De beheerder zorgt voor de voeding der mandoers en banne lingen en ontvangt het benoodigde op gewone dagelijksche bons „van den officier, belast mot het beheer der vivres. Het voor hen „toegestane ration voeding bestaat per dag uit:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 126