116 „0,6 Ned. pond rijst, „0,025 zout, „0,15 gezouten vleesch of „0,10 gedroogd vleesch, „0,002 Spaansche peper. „Zij ontvangen vóór hun vertrek per hoofd een ligmatje en een „sprei. „De mandoers en bannelingen, aan inarschcolonnes toegevoegd, „worden door die colonnes gevoed. „Als herkenningsteeken hebben de mandoers rood lederen armban den, die van Batavia, Semarang en Soerabaja respectivelijk met het „Romeinsche cijfer I, II en III en het doorloopend nummer 1 „15, 120 en 115; de bannelingen geel lederen armbanden „met gelijk Romeinsch cijfer en het doorloopend nummer 1300. „1400, en 1 300. Dit herkenningsteeken moet ten alle tijde „worden gedragen op den linker-bovenarm. „Gemakshalve zal van het herkenningscijfer in de controle aan- „teekening moeten worden gehouden. „Er dient voor gezorgd te worden, dat die herkenningsteekenen „onder geen voorwendsel worden verwisseld. „Geene verstrekkingen van dwangarbeiders mogen plaats hebben, „dan op daartoe gegeven last door den opperbevelhebber, chef van „den staf of onder-intendant der expeditie. „Bij verstrekkingen van dwangarbeiders moet steeds een eveurcdig „aantal mandoers worden medegegeven, en bij belangrijke hoeveel- heden ook een of meer der aan den beheerder toegevoegde Euro- „peesche onderofficieren. „De beheerder dient elke 15 dagen aan den onder-intendant der „expeditie in een veranderingstaat der voorgevallene mutatiën onder „de mandoers en dwangarbeiders. „De beheerder is belast met de handhaving der politie en krijgstucht. „Hij is bevoegd begane misdrijven te straffen met 10 tot 25 rietslagen. „Bijaldien misdrijven van ernstigen aard worden begaan, is de „beheerder verplicht, daarvan te rapporteeren aan den onder-inten- „dant, die alsdan zelf de op te leggen straf bepaalt, dan wel aan Per hoofd werd bovendien een stel reserve-kleeding medegenomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 127