125
was weggesmolten. Men kan nagaan, in welke mate dit vertragend
op de operatiën moet hebben gewerkt.
Ten slotte wordt nog vermeld dat aan de dwangarbeiders, die de
tweede expeditie tegen Atjeh medemaakten, als belooning voor be
wezen diensten eene remissie van straf van 3 jaren werd verleend,
of kwijtschelding, wanneer zij korteren straftijd hadden; een verminkte
ontving een onderstandsgeld van f 5 's maands.
Weltevreden, April 1886.
Wordt vervolgd
y. k.