WARENKUNDE, ZOOVERRE DIE NOODZAKELIJK IS
VOOR DE TROEPENOFFICIEREN, BELAST MET
DE KEURING DER LEVENSMIDDELEN
Vervolg van blz. 41)
Brandhout.
Tot het brandhout in Indië worden in hoofdzaak gerekend de
volgende soorten
Nangka, Doeren, Waroe, Ramboetan, Assem, Djengkol, Djamboe,
Djatti Djawa, Djatti Wolanda, Peteh, Kapok, Mangis, Api-api, Wa-
ringin, Dadap, Gaboes, Tjemara, Gandariah, Ketjapik, enz.
In de voorwaarden voor de levering staat vermeld:
„Brandhout goed droog, niet vermolmd, van de plaatselijk over
„het algemeen als zoodanig gebezigde houtsoorten. Waroe, Dadap,
.„Nangka en dergelijk licht brandhout mag niet geleverd worden."
Bij de keuring der hierboven genoemde soorten is natuurlijk een
vereischte, dat het brandhout veel vlam (hitte) en weinig rook moet
afgeven.
Ton einde eene gemakkelijke controle te hebben bij de keuring,
worden van de voornaamste hierboven genoemde houtsoorten de
kleur, het gewicht en enkele bijzonderheden opgegeven. Als basis
is genomen een stuk hout lang 50 cM., breed en dik 10 cM., dus
0.005 M3.
In de volgorde van het gewicht, behooren de soorten te wegen
Ramboetan Gandariah i
m. 4- 6,66 KG. ivr 6,4 KG.
Tjemara Mangis I
Kwenih of j Doekoe 5,01
Manga j Gempol 4,8