127 Waringin Doerian 3,8 KG. Djengkol 4,KG. Kangka I Djatti Assem Ketjapik 2,7 Het Ramboetan-hout is een weinig rood, met zeer ruwe schors. Tjemara is rooder dan het Ramboetan-houthet komt weinig in den handel voor. Gaudariah heeft dezelfde kleur als Ramboetau, doch is niet zoo ruw van bast. Mangis is lichter van kleur. Kwenih of Manga is wit. Doekoe is geelachtig bruin. Gempol is geelachtig. Waringin is wit. Djengkol lichtrood; als het hout niet zeer droog is, kan men zeer goed ruiken, dat het hout is van den Djengkol- boom. Djatti Djawa is iets zwaarder dan Djatti Wolanda; het wordt ook het meest voor timmerhout gebruiktde kleur is roodachtig bruin Dooren is een weinig bruin van kleur. Nangka geel en harsachtig Assem is wit, het hart bruinrood. Ketjapik geelachtig wit. Van de hierboven genoemde soorten zijn minder bruikbaarKapok, Dadap, Peteh, Djengkol, omdat zij moeilijk vlammen en veel rook geven; Djamboe, omdat die meestal door den worm aangetast is en Waroe 'en Djatti, omdat ze spoedig ontbranden, doch weinig warmte geven. Behalve de hierboven genoemde gegevens tot keuring kan men bij een weinig oefening de houtsoort op den reuk bepalen. Ook is het niet ondienstig te weten, dat het hout, zoowel stam als takken, uit de volgende deelen bestaat, van buiten af: a. de schors; b. den bast, eene uit meer of minder losse, buigzame vezelen be staande laag; c. het spint, eene weeke, houtachtige massa, lichter van kleur dan het hout zelf; d. het hout, dat dicht bij het spint minder vastheid bezit en daar jonghout genoemd wordt; naar het midden heeft het grooter dicht heid en wordt kernhout genoemd. v e. de mergkoker. Brood. Het voor de troepen bestemde versche brood wordt meestal gele verd door Chineesche bakkers. Zeldzaam hebben Europeanen de leverantie van dat artikel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 138