134 Peper is de vrucht der in Indië groeiende slingerplant, behoorende tot de familie der pepergewassen. Die plant vindt men op Malabar, Sumatra (voornamelijk Atjeh), Java en Cochin China. Zij wordt onderscheiden in zwarte en witte peper. Zwarte peper is do in onrijpen toestand ingezamelde en in de zon gedroogde vrucht. De vrucht is, vóór ze rijp is, groen van kleur, wordt daarna rood, verder donkerder tot bijna zwart. De witte peper is van dezelfde struik doch rijp geplukt. Ze wordt van den dop ontdaan, waarvoor ze eenigen tijd in het water wordt geweekt en daarna gedroogd. Bij peper is meestal zeer veel vuil en afvaldaarom is het goed bij het keuren water te gebruiken, de goede korrels zullen zinken en het vuil zal bovendrijven. De smaak is sterk heet, brandend. Bij gemalen peper komen vervalschingen voor door meel, lijnzaad, mosterdpoeder, enz. Aardappelen zijn knolvruchten uit de familie der nachtschaden. De in Indië, voornamelijk in de bergachtige streken verbouwde aardappelen verschillen onderling nog al veelhoe natter de grond is geweest, des te minder zetmeelgehalte. Kleine, langwerpig ronde, witachtige aardappelen zijn de beste. De aardappelen, in het Pas- soeroeansche gekweekt, zijn de meest gewilde soort. Het gebruik van uitgeloopen aardappelen is nadeelig. Obi\« zijn knolvruchten, die, evenals de katellah, door de Inlanders veel gebruikt worden. Enkele soorten bezitten wel eens giften, die door koken of braden verdwijnen. Sac/o is een zetmeel uit het merg van verschillende soorten van den sagopalm bereid, voorkomende op de Soenda-eilandenMolukken, Siam en Japan. De hoornen zijn meestal 70 voet hoog, 2 voet dik en van binnen geheel met merg gevuldzij wordeu vóór de geheele bloesem-ontwikkeling omgehouwen, het merg gekneusd, uitgewassclien, door zeven geperst en zoo tot korrels gemaakt en hard gedroogd. De echte sago bestaat uit onregelmatige korrels-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 145