136
bras ketan, die dezelfde eigenschappen heeft als de witte, doch alleen
in kleur verschilt.
Boter.
Bij het keuren van boter, die uit zuivere melk bereid is, heeft
men na te gaan, dat ze eene gelijkmatige, geelachtig witte kleur
heeft, eenen zuiveren, frisschen smaak bezit, dicht is, dat wil zeggen
geene openingen heeft en bij 36° C. smelt.
Slechte boter is voorzien van brokken, ongelijk van kleur, bitter
of zout van smaak en riekt ransig.
Bij vatboter gebeurt het wel, dat ze een weinig sterk riekt,
doordien er te weinig zout opgedaan is.
De margarine- of kunstboter is in de meeste gevallen met het
bloote oog niet van gewone boter te onderscheiden; alleen met het
microscoop of door scheikundige ontleding is dat mogelijk.
Bij het smelten van kunstboter blijft altijd eenig bezinksel over,
evenals bij vervalschte of vermengde boter.
Suiker.
Er zijn verschillende soorten van suiker, als: rietsuiker, druiven-
suiker, ahornsuiker, palmsuiker, bietwortelsuiker en melksuiker.
De voor de levering aangenomen soorten zijn de riet- en de palmsuiker.
De rietsuiker, hier het meest voorkomende, wordt verkregen door
het riet uit te persen, het vocht te koken, af te schuimen, het te laten
uitdampen en kristalliseeren. Naarmate van de meerdere of min
dere bewerking, die ze heeft ondergaan, wordt ze in den handel
verdeeld in nummers als
No's. 1 t/m 3 donkerbruin;
No's. 4 t/m 5 bruin
No's. 6 t/m 8 lichtbruin
No's. 9 t/m 11 blond of geel;
No's. 12 t/m 13 grijs of grauw;
No's. 14 t/m 15 half wit;
No's. 16 t/m 20 wit.
Bij levering kan dus door bepaling van het nummer de soort der
suiker aangegeven worden. Men moet verder bij de keuring er op
letten, of er ook andere bestanddeelen zijn bijgevoegd om ze zwaarder