den, bij eene colonne waarbij 11,000 van die dieren waren ingedeeld
Op den 23daagsclien marsch in Augustus 1880 van den generaal
Roberts van Kaboel naar Kandahar met eene brigade cavalerie en
drie brigades infanterie, welke elk eene 7 ponder bergbatterij bij
zich hadden, bedroegen de transportmiddelen: 1624 yaboos (poneys
uit Kaboel), 1244 Indische poneys, 4510 muildieren, 1120 ezels, 171
kameelenhiervan gingen verloren410 yaboos, 106 Indische poneys
en 217 muildieren, dus in het geheel 733 dieren op een totaal van
8,670 of 8.4 pet., ofschoon het land, dat doorgetrokken werd, rijk
was en overvloedig voedsel voor de dieren opleverde.
Veldtochten van de. Bussen in Centraal-Azië.
Gedurende de veldtochten van de Russen in Midden-Azië, dat wil
zeggen de expeditie naar Khiva in 1873 en de expeditiën in 1879
en 1880 tegen de Turkmenen, kon van geen koelies gebruik gemaakt
worden wegens de geringe bevolking, den aard van den grond en de
gewoonten der nomaden. In de eerste van deze veldtochten bestonden
de transportmiddelen uitsluitend uit kameelen, ten getale van 19,200
voor de 4 colonnes, welke 14,000 man sterk waren. De kameelen trans
porteerden voorraden van alle soort; zij dienden tot rijdieren voorde
infanterie gedurende de marschen door de woestijnin de colonne van
den kolonel Markosoff gebruikte men hen zelfs om de artillerie te trekken.
Om een denkbeeld te geven van de moeilijkheid der marschen en de
vermoeienissen der dieren, is het voldoende om de colonne van Kasa-
linsk ten voorbeeld te nemen, die, van Khala-Ata vertrokken met 2800
kameelen, 14 dagen later er nog slechts 1140 had, waardoor de ba
gage achtergelaten moest wordende paarden der cavalerie en artil
lerie stierven ook in menigte.
Om de moeilijkheden aan te toonen, verbonden aan het transport van bele
geringsgeschut., dat in deze beide veldtochten gebruikt werd, volgt hier de opgave
van de samenstelling van een zware olifanten-batterij, welke van Morar op Kandahar
gedirigeerd werd. Materieel: S kanonnen van 40 pond achterlaad, 3 mortieren van
8 duim, 24 munitiekisten, een reserve-affuit voor de kanonnen en een voor de mortie
ren, 3 wagens met munitie-uitrusting, De transportmiddelen bestonden uit300
trekossen, 9 olifanten, 18 paarden en van af Sukkur, ongeveer 280 kameelen voor
de bagages en de vivres. Ben tweede batterij, op dezelfde wijze samengesteld, die van
het fort Gwalior naar Kandahar ging, gebruikte 720 kameelen, omdat hierbij het
voeder moest medegevoerd worden.